4. Verwijder de systeemventilator. Zie 'De systeemventilator vervangen' op pagina 41 voor meer informatie.
5. Verwijder de PCI Express-kaart. Zie 'De PCI Express-kaart en de PCI Express-kaartadapter vervangen'
op pagina 51 voor meer informatie.
6. Verwijder het koelelement. Zie 'Het koelvinblok vervangen' op pagina 61 voor meer informatie.
7. Verwijder de Wi-Fi-kaart. Zie 'De Wi-Fi-kaart vervangen' op pagina 53 voor meer informatie.
8. Verwijder de Wi-Fi-antennes. Zie 'De Wi-Fi-antennes vervangen' op pagina 45 voor meer informatie.
9. Verwijder de microprocessor. Zie 'De microprocessor vervangen' op pagina 63 voor meer informatie.
10. Verwijder de bodemafdekplaat. Zie 'De bodemafdekplaat vervangen' op pagina 33 voor meer informatie.
11. Verwijder de geheugenmodule. Zie 'De geheugenmodule vervangen' op pagina 35 voor meer informatie.
12. Verwijder het M.2-opslagstation. Zie 'Het M.2-opslagstation vervangen' op pagina 37 voor meer
informatie.
13. Verwijder de antennebeugel. Zie 'De systeemplaat en het chassis vervangen' op pagina 69 voor meer
informatie.
14. Noteer de kabelgeleiding en de kabelaansluitingen op de achterplaat en koppel vervolgens alle kabels
van de systeemplaat los. Zie 'Systeemplaat' op pagina 3.
15. Vervang de systeemplaat en het chassis.
Opmerking: Pak de systeemplaat voorzichtig bij de randen vast.
a. Verwijder de schroeven waarmee de systeemplaat is bevestigd.
Figuur 100. De schroeven verwijderen waarmee de systeemplaat is bevestigd
b. Verwijder de systeemplaat.
.
Hoofdstuk 5
Hardware vervangen
71