3.Opstarten en gebruik
a) Excentrische as (55) met een schroevendraaier 360° draaien.
b) Controleren of de stempel 0,5 - 1,5 mm in de matrijs zakt.
4.Het knippen met een schabloon
a) De schabloon moet ca.3 mm dik zijn.
b) De contour van de schabloon moet 2,5 mm kleiner zijn, dan de uit te knippen vorm.
c) De knabbelschaar is zodanig te geleiden, dat de buitendiameter van de stempelgeleiding altijd in contact
staat met de schabloon.
5.Uitsparingen
a) Wanneer een stuk midden uit een plaat geknipt moet worden, kunt U volstaan met een gat te boren van 18
mm waarna de matrijs in de plaat gebracht kan worden.
6.Het knippen van gegolfd materiaal.
a) Voor het bewerken van gegolfd materiaal is er een speciale matrijs (best.nr.24460) leverbaar.
b) Wormbout (nr.72) ca. 4 omwentelingen uitdraaien.
c) Stempelgeleider (nr.69) 90° draaien.
d) Wormbout (nr.72) vastdraaien en na enige tijd controleren.
7.Onderhoud en smering
a) Voor het knippen dient op een van te voren afgetekende lijn olie, bij aluminium petroleum, gesmeerd te
worden.
b) Controleren of stempel en matrijs scherp zijn. Nooit met botte messen werken !!
c) De smering dient dagelijks met lopende motor door de smeernippel (nr.62) plaats te vinden.
8.Demontage stempel
a) Wormbout (nr.72) ca.4 omwentelingen uitdraaien.
b) Stempelgeleider (nr.69) uit het schaarhuis trekken.
c) Stempel (nr.65) uit de drijfstang (nr.14) draaien.
d) Stempel (nr.65) alleen aan de snijkant slijpen (goed koelen).
e) Minimale lengte van de stempel: 68 mm !
f) Stempel ontbramen.
g) De stempel (nr.65) in drijfstang (nr.64) vastdraaien,
dit vergemakkelijkt het monteren van de stempelgeleider (nr.69).
Daarna moet de stempel 1-2 omwentelingen uitgedraaid worden.
h) Stempelgeleider (nr.69) d.m.v. wormbout (nr.72) centreren en vastdraaien.
i) De excentrische as (nr.55) met een schroevendraaier 360° draaien.
Controleren of de stempel 0,5 - 1,5 mm in de matrijs zakt.
Zo niet, dan moet na het verwijderen van de stempelgeleider (nr.69)
de stempel iets meer in- resp. uitgedraaid worden.
k) Wormbout (nr.72) vastdraaien en na enige tijd controleren.
9.Demontage matrijs
a) Afdekring (nr.73) verwijderen.
b) Cilinderstift (nr.71) doortikken.
c) Matrijs (nr.70) van draagstift (nr.67) verwijderen en door een nieuwe matrijs vervangen.
d) Cilinderstift (nr.71) en afdekring (73) dienen tevens vervangen te worden.