Inhoudsopgave
Advertenties
kunnen we nagaan of de riemspanning voldoende is. Kan men op manuele manier de riem
samendrukken zodat de riemspanner geen contact meer maakt met de riem dan is er te weinig
spanning op de riem.
• We kunnen de riemspanning verhogen door het motorblok wat naar achter te schuiven. In de
motorsteun zijn hiervoor sleufgaten voorzien. De bouten die men daarvoor moet lossen zijn
gemakkelijk toegankelijk (ringsleutel 13).
• Alvorens de motor los te draaien maakt men met een viltstift een
markering op de motorsteun aan de voorzijde en achterzijde van
de motorvoet. Dit hulpmiddel kan u heel wat werk uitsparen bij
het uitlijnen van de riem.
• Schuif het motorblok naar achter. Zorg dat hierbij de riem niet
continu gespannen wordt in ontkoppelde toestand.
Referentie : Een verschuiving van de motor over 1 mm zorgt voor 2 mm opspannen van de
riem.
• De bouten hebben wat speling in de sleufgaten, vandaar dat het belangrijk is dat de motor
opgespannen wordt als de riemschijven goed uitgelijnd staan. We kunnen ons hierbij in eerste
instantie baseren op de geheugenlijnen die we getrokken hebben alvorens de motor los te
draaien. We draaien de motor voorlopig vast.
• Hierop doet men een controle van het uitlijnen door een rechte staaf tegen de riemschijven te
houden en na te gaan of de schijven in 4 punten raken aan de twee riemschijven. Is dit in orde
dan kan men de motor definitief aanspannen.
• Is de controle negatief dan zal men het motorblok weer lichtjes loszetten. Met een kleine
slag van een rubberhamer tegen het motorblok op de plaats waar de riemschijf geen contact
maakt met de rechte staaf, kan men de afwijking wegwerken. Daarna worden de bouten stevig
aangetrokken.
Extra functie:
Bij het omleggen van de ontkoppelingshendel wordt het
schoepenwiel geremd door een tweede v-riem. De spanning
op deze riem kan afgesteld worden door de bout in de verste
riemschijf te lossen.
Deze v-riem mag slechts zéér licht gespannen zijn zodat ze enkel
werkt bij het remmen, en niet meedraait bij de normale werking
van de machine
De riemgeleiders moeten zo worden afgesteld dat de niet
gebruikte riem niet meedraait met de v-riemschijf van de
turbine op het moment dat deze door de andere riem wordt
aangedreven.
36
Advertenties
Inhoudsopgave
