Pagina 2
Hoofdcomponenten Hoofdcomponenten Draadspanningskiezer voor de linker naald Draadspanningskiezer voor de rechter naald Draadspanningskiezer voor de bovenste grijper Draadspanningskiezer voor de onderste grijper Telescoopdradenboom Spoelennaald Steeklengteregelaar Instelling differentieel transport Handwiel Stekkerblok voor voetstarter Netschakelaar Frontklep Vrije arm Instelling snijbreedte (aan de linkerkant van de machine) Hendel voor het openen van de vrije arm Liniaal Draadgeleiding voor de inlegdraad...
Pagina 3
Naaimechaniek Naaimechaniek Hendel voor het optillen van de naaivoet Naalden Naaivoet Ontgrendelingshendel vrije arm Bovenste grijper Draadgeleiding Accessoirevakje Onderste grijper Steekplaat Meshouder Onderste mes Bovenste mes Liniaal Draadsnijder...
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Over deze handleiding ................3 1.1. In deze handleiding gebruikte waarschuwingspictogrammen en -symbolen ........................3 1.2. Gebruik voor het beoogde doel ................ 4 1.3. Verklaring van conformiteit ................4 Veiligheidsinstructies .................. 5 2.1. Elektrische apparaten zijn geen speelgoed ..........5 2.2.
Pagina 5
Inhoudsopgave Instellen van de steeklengte ..............27 12.1. Instelling van de steeklengte ................27 Instelling van de snijbreedte ..............27 13.1. De juiste snijbreedte ....................28 13.2. Geringere snijbreedte instellen ...............28 13.3. Grotere snijbreedte instellen ................28 Naalden vervangen ................... 29 Gloeilamp vernieuwen ................30 Mesjes vervangen ..................
Over deze handleiding 1. Over deze handleiding Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u de machine voor het eerst in gebruik neemt en neem vooral de veiligheidsinstructies in acht! Alle werkzaamheden aan en met deze machine zijn uitsluitend toege- staan zoals in deze handleiding beschreven. Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik.
Over deze handleiding 1.2. Gebruik voor het beoogde doel Deze machine biedt uitgebreide gebruiksmogelijkheden: De overlock-naaimachine kan worden gebruikt voor het aan elkaar naaien en afwer- ken van de naden in licht tot middelzwaar naaigoed. Het naaigoed kan bestaan uit textielvezels, samengestelde materialen of licht leer. •...
Veiligheidsinstructies 2. Veiligheidsinstructies 2.1. Elektrische apparaten zijn geen speelgoed • Kinderen kunnen de gevaren van elek- trische apparaten niet inschatten. • Deze machine mag niet worden ge- bruikt door personen (inclusief kinde- ren) met beperkte fysieke, zintuiglijke of intellectuele capaciteiten of vermin- derde geestelijke vermogens en/of met een tekort aan ervaring en/of kennis, tenzij dit gebeurt onder toezicht van...
Veiligheidsinstructies • Wikkel de kabel tijdens gebruik volle- dig af. • De kabel mag niet in contact komen met hete oppervlakken. • Voor het uitvoeren van de volgende werkzaamheden schakelt u de naaima- chine uit en trekt u de netstekker uit het stopcontact: draad insteken, naald verwisselen, naaivoet instellen, gloei- lamp vervangen, reinigings- en onder-...
Veiligheidsinstructies 2.4. Basisinstructies • De naaimachine mag niet nat worden - gevaar voor elektrische schokken! • Laat de ingeschakelde naaimachine nooit zonder toezicht achter. • Gebruik de machine nooit in de open lucht. • De machine mag uitsluitend worden gebruikt met het meegeleverde pedaal type KD 2902.
Veiligheidsinstructies • Wees voorzichtig met de bediening van de bewegende delen van de machine, met name de naalden en het mes. Er bestaat ook gevaar voor letsel wanneer de machine niet op het lichtnet is aan- gesloten! • Gebruik ook geen verbogen of stompe naalden.
Vóór het gebruik 3. Vóór het gebruik 3.1. Accessoires Controleer bij het uitpakken of de volgende onderdelen zijn meege- leverd: Tweedraad converter* Oliekannetje Rolzoomvoet* Pincet Set naalden* Spoelhouder Koordgeleider Plaatje voor de spoelhouder Schroevendraaier (klein)* Accessoiretasje Schroevendraaier (groot) Afdekkap Ring-/steeksleutel; Vezelkwastje* Reserve bovenmes Netje voor de...
Vóór het gebruik 3.2. Instellen van de telescopi- sche draadboom Trek de telescopische draadboom voor het in- steken van de draad helemaal naar buiten. Draai de telescopische draadboom zodat de draadgeleidingen zich precies boven de spoel- naalden bevinden. 3.3.
Vóór het gebruik 3.6. Voetstarter aansluiten Steek de aansluitstekker van de meegeleverde voetstarter in de aansluiting op de machine en steek vervolgens de netstekker in het stopcontact. De hoofdschakelaar schakelt zowel de machine als de naaiverlichting in. Gebruik uitsluitend de meegeleverde voetstarter. Schakel altijd de machine uit en trek de stekker uit het stopcontact wanneer u klaar bent of tijdens onderhoud en reiniging.
Vóór het gebruik 3.9. Bevestigen van het afvalre- servoir Het afvalreservoir vangt tijdens het naaien de snij- resten op, zodat uw werkplek schoon blijft. Voer nokje A in de bovenste van de beide ope- ningen D, haak vervolgens nokje B in de gleuf C. Wanneer u klaar bent met naaien, kunt u het af- valreservoir verwijderen door eerst nokje B uit de gleuf C te tillen en vervolgens het volledige afval-...
Bediening 4. Bediening 4.1. Handwiel Draai het handwiel altijd alleen naar u toe. 4.2. Frontklep Om de frontklep te openen, schuift u de uitsparing zo ver mogelijk naar rechts en trekt u vervolgens de frontklep naar u toe. 4.3. Liniaal Bij gebruik van de liniaal wordt de stof op gelijkblij- vende afstand van de rand gesneden en genaaid.
Bediening 4.4. Draadsnijder De draadsnijder is in de steekplaat geïntegreerd. Druk de hendel van de draadsnijder aan de bin- nenkant van de machine omlaag. Voer de draad onder de draadsnijder door en laat de hendel los. 4.5. Vrije arm De vrije arm moet voor het inrijgen worden geo- pend.
Draad in de grijpers inrijgen 5. Draad in de grijpers inrij- 5.1. Algemene aanwijzingen voor het inrijgen Het inrijgen gebeurt in deze volgorde: 1. EERSTE STAP onderste grijper paars 2. TWEEDE STAP bovenste grijper blauw 3. DERDE STAP rechter naald rood 4.
Draad in de grijpers inrijgen 5.2. Onderste grijperdraad inrij- Open de frontklep en de vrije arm Draai het handwiel naar u toe totdat de grijper zich in de gunstigste stand bevindt om in te rij- gen. Voer de draad door het oogje aan de draad- boom.
Pagina 20
Draad in de grijpers inrijgen Leg nu de draad tussen de beide schijfjes van de draadgeleiding. Belangrijk: De draad moet correct tussen de beide schijfjes van de draadspanner liggen. Leg nu de draad in de onderste draadgeleiding. Volg vanaf dit punt het schema voor de draad- geleiding in de machine.
Draad in de grijpers inrijgen 5.3. Bovenste grijperdraad inrij- Voer de draad door het oogje aan de draad- boom en in de betreffende draadgeleiding. Leg nu de draad in de betreffende draadgelei- ding. Leg nu de draad in de onderste draadgeleiding. Volg vanaf dit punt het schema voor de draad- geleiding in de machine.
Draad in de naalden rijgen 6. Draad in de naalden rij- Draai het handwiel naar u toe tot de naalden helemaal boven staan. Voer de draad door het oogje aan de draad- boom. Voer de draad nu eerst door de draadgeleiding. 19 van 46...
Pagina 23
Draad in de naalden rijgen Leg nu de draad tussen de beide schijfjes van de draadgeleiding. Belangrijk: De draad moet correct tussen de beide schijfjes van de draadspanner liggen. Voer de draden door de draadgeleidingen met kleurcodering. Voer het garen achter de draadgeleiding van de naaldhouder langs, zoals afgebeeld, en vervolgens van voren naar achteren door het oog van de naald.
Proefdraaien 7. Proefdraaien Wanneer er voor de eerste keer garen wordt inge- regen of wanneer het garen na het breken van de draad tijdens het naaien opnieuw wordt ingere- gen, gaat u als volgt te werk. Houd de draadeinden tussen uw vingertoppen van de linker hand, draai het handwiel lang- zaam twee- of driemaal naar u toe en probeer, of de draad kan worden doorgetrokken.
Instellen van de draadspanning 8. Instellen van de draadspanning De benodigde draadspanning moet afhankelijk Draadspanning van de soort en dikte van draad en stof worden in- verhogen gesteld. Controleer de naden en stelt de draadspanning aan de hand daarvan in. Draadspanning: Draadspanning Draai de instelling op een lager cijfer: De spanning...
Instellen van de draadspanning 8.1. Instellen van de draadspan- ning voor de naalddraden De draadspanning voor de De draadspanning voor de linker naald is te laag. rechter naald is te laag. Achterkant Achterkant Voorkant Voorkant Span de linker draad bij. Span de rechter draad bij.
Overzicht van de machine-instellingen 9. Overzicht van de machine-instellingen De beste instelling van de draadspanning kan per stof verschillen. De vereiste draadspanning hangt af van de stevigheid en dikte van de stof en te- vens van soort en dikte van de draad. De volgende tabel kan u helpen om de juiste draadspanning te bepalen: Draad- Stoffen...
Pagina 28
Overzicht van de machine-instellingen Draad- Stoffen Garen Naalden Steeklengte' spanning katoen A: 5 - 7 zware syntheti- 2,5 - 4,0 mm Nr. 60 B: 5 - 7 sche stoffen: standaard: 3,0 polyester C: 3 - 5 voor algemene taft, twill, jeans Nr.
Draad wisselen 10. Draad wisselen Op de volgende manier is het wisselen van draad heel eenvoudig, u bespaart zich daardoor het com- pleet opnieuw inrijgen: Knip het garen boven de spindel af en knoop de einden van de oude en nieuwe draad met een zeemansknoop aan elkaar.
Instellen van de steeklengte 12. Instellen van de steek- lengte Draai het steeklengtewiel totdat de gewenste lengte wordt aangegeven. Hoe hoger het getal, hoe langer de steek De steeklengte kan over een bereik van 1 tot 5 mm worden ingesteld. Steeklengtewiel Bijna alle overlock-werkzaamheden worden uitge- voerd met een steeklengte van 2,5 tot 3,5 mm.
Instelling van de snijbreedte 13.1. De juiste snijbreedte Steekbreedte Voorkant 13.2. Geringere snijbreedte in- stellen Wanneer de rand van de stof bij het naaien rimpelt kiest u een kleinere snijbreedte. Draai daarvoor de instelknop voor de snijbreed- te naar rechts. Garen wordt voor de stofrand heen genaaid Voorkant...
Naalden vervangen 14. Naalden vervangen BIj deze machine wordt gebruik gemaakt van naal- den van het type 130/701H (voor huishoudelijke machines). LET OP Schakel de machine uit voordat u de naal- den vervangt. Gebruik geen verbogen of stompe naalden. Draai het handwiel naar u toe, tot de naalden zich in de bovenste stand bevinden.
Gloeilamp vernieuwen 15. Gloeilamp vernieuwen LET OP Schakel de machine uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u de gloeilamp vervangt. Laat zo nodig de gloeilamp voor het vervangen afkoelen. Draai de schroef er helemaal uit Trek de afdekking van de lamp naar de zijkant weg.
Mesjes vervangen 16. Mesjes vervangen Schakel de machine uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u de mesjes vervangt. Het onderste mesje bestaat uit speciaal materiaal en hoeft niet vervangen te worden. U vervangt als volgt het bovenste mesje als het bot ...
Mesjes vervangen 16.1. Uitnemen van het bovenste mesje Wanneer u wilt naaien zonder tegelijkertijd de ran- den af te snijden, kunt u het bovenste mesje ver- wijderen. LET OP Zorg ervoor dat de rand van de stof niet bre- der is ingesteld dan de ingestelde breedte van de naad omdat anders de bovenste grij- per en de naald beschadigd kunnen worden.
Omstellen voor tweedraad gebruik 17. Omstellen voor twee- draad gebruik U kunt deze machine ook gebruiken als twee- draadsmachine. Maak hiervoor gebruik van de tweedraad converter en gebruik uitsluitend de lin- kernaald. Schakel de machine uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Eng- en wijdmazig met drie draden afhechten 18. Eng- en wijdmazig met drie draden afhechten Deze machine kan bij het afhechten worden om- gezet van vier op drie draden. Verwijder of de rechter of linker naald en de bij- behorende draad (zie ook “14.
Eng- en wijdmazig met drie draden afhechten 18.1. Rolzoomvoet Bij het naaien van lichte stoffen met drie draden kunnen er lussen in de naden ontstaan. Vervang in dit geval de rolzoomvoet. Schakel de machine uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Ajourzoom, smalle randen of picotranden. 19. Ajourzoom, smalle ran- den of picotranden. Om bij dunne stoffen, zoals crêpe de Chine, geor- gette of zijde, eigen hollen Ajourzomen, smalle randen of picotranden een nette naad te maken. Vanwege de fijne aard van dit type zoom is dit niet geschikt voor stevige resp.
Differentieel transport 20. Diff erentieel transport Door het differentieel stoftransport worden gol- vende naden in gebreide stoffen en het verschui- ven van stoflagen voorkomen. Ook ontstaan er bij naden in zeer lichte stoffen geen plooien. 20.1. Werkwijze De machine heeft twee setjes schuiven om de stof door te voeren, één vooraan (A) en één achteraan (B).
Differentieel transport 20.2. Positief diff erentieel trans- port Bij een positief differentieel transport voert het voorste transport (A) een grotere beweging uit dan het achterste transport (B). Hierdoor wordt de stof onder voet "opgehoopt" waardoor het golven wordt tegengegaan. 20.3. Negatief diff erentieel trans- port Bij een negatief differentieel transport voert het voorste transport (A) een kleinere beweging uit...
Differentieel transport 20.4. Instellen van het diff erenti- eel transport. Het differentieel transport wordt ingesteld door draaien van de bijbehorende regelaar. Het aanvoe- ren van de stof kan ook tijdens het naaien worden ingesteld. Regelaar voor het differentieel transport Kies een instelling aan de hand van de onderstaan- de tabel: Soort trans- Toepassing...
Druk van de naaldvoet instellen 21. Druk van de naaldvoet instellen De druk van de naaldvoet is voor alle gebruikelij- ke naaiwerkzaamheden correct ingesteld en hoeft niet gejusteerd te worden. Wanneer het toch noodzakelijk mocht zijn om de druk van de naaldvoet aan te passen, kunt u dit doen met behulp van de regelaar op de achterkant van de frontafdekking.
Naaien met een inlegdraad 22. Naaien met een inleg- draad Naden met inlegdraad worden gebruikt om schou- der-, mouw en zijnaden te versterken bij het aan- eennaaien van gebreide stoffen. Het is ook zeer decoratief om gebruik te maken van een garen met een contrasterende kleur om het afgewerkte kledingstuk te verfraaien.
Storingen 23. Storingen Lees hier na of u alle aanwijzingen in acht heeft genomen. Neem pas contact op met onze klantenservice als geen van de genoemde oplossingen afdoende is. Pagi- Probleem Oorzaak Oplossing Naalden zijn verbogen, Naalden breken stomp of de punt is be- Plaats een nieuwe naald schadigd Naalden zijn er niet goed...
Pagina 46
Storingen Pagi- Probleem Oorzaak Oplossing Stof wordt niet net- Bovenste mesje is bot of is Vervang het mesje of jes afgesneden verkeerd ingezet zet het er goed in Stofrand rimpelt Te veel stof op een steek Verander de snijbreedte 43 van 46...
Reinigen en smeren 24. Reinigen en smeren Om uw machine probleemloos te laten werken, moet u het mechanisme af en toe reinigen met het kwastje uit de accessoireset en met het oliekannetje smeren op de aangegeven posities. Gebruik voor het reinigen van de buitenkant een droge, zachte doek. Vermijd het gebruik van chemische oplos- en schoonmaakmiddelen omdat deze het oppervlak en/of de opschriften van de machine kunnen aantasten.
Afvoer 25. Afvoer VERPAKKING Uw overlock-naaimachine is ter bescherming te- gen transportschade stevig verpakt. Verpakkingen zijn grondstoffen en kunnen worden hergebruikt of terug worden gebracht in de grondstoffenkring- loop. MACHINE Gooi de machine aan het einde van de levensduur in geen geval bij het gewone huisvuil. Informeer u over de mogelijkheden voor milieuvriendelijke af- voer.
Technische specificaties 26. Technische specifi caties Spanning: AC 220 - 240 V~ / 50 Hz Opgenomen vermogen: Totale vermogen: 105 W Motor: 90 W Lamp: 15 W (E14 schroefdraad, max. 15 Watt) Voetstarter: Type: KD 2902 Nominale spanning: 220-240 V~ / 50 Hz Beschermingsklasse II Aantal draden: 4 of 3...
Pagina 50
Medion B.V. John F. Kennedylaan 16a 5981 XC Panningen Nederland Hotline: 0900 - 2352534 (0,15 EUR/Min) Fax: 0900 - 3292534 (0,15 EUR/Min) Gebruikt u a.u.b. het contactformulier op onze website www.medion.nl onder „service“ en „contact“.