NL - GEBRUIKSAANWIJZING
Werking
Zie afbeelding 2 voor de benaming van de onderdelen.
Aansluiting
De ontvochtiger moet aangesloten worden op een geaard stopcontact van 230 V, 50Hz, en daarna ingeschakeld
worden door de knop op "CNT" te zetten. Uw ontvochtiger is nu klaar om te functioneren.
OPGELET:
DIT APPARAAT MAG NIET BIJ TEMPERATUREN BENEDEN 5°C GEBRUIKT WORDEN.
Ontdooiingscontrole
Uw Ontvochtiger is uitgerust met een automatische ontdooiing, die de koelspiralen, waarop zich condens (of ijs)
vormt, ontdooit, wanneer de temperatuur of de luchtvochtigheid laag zijn en het apparaat ingeschakeld is.
De waterbak legen
Het rode controlelampje, dat aangeeft dat de waterbak vol, gaat automatisch aan en de ontvochtiger stopt met
functioneren, wanneer de waterbak: of vol, of verkeerd geïnstalleerd is.
Om te waterbak te verwijderen en te legen, moet u deze aan de greep naar u toe trekken. (afb.3)
Zet de lege bak voorzichtig terug op zijn plaats. Controleer, of hij goed ingezet is, zodat het controlelampje uitgaat.
(het reservoir zit goed op zijn plaats, indien de opening en het vlottermechanisme van het reservoir zich direct
onder het uiteinde van de waterafvoer bevinden).
Het controlelampje gaat uit, om aan te geven, dat het reservoir goed geïnstalleerd is en dat de ontvochtiger
opnieuw klaar is om te functioneren.
NOOIT DE SLANG VOOR CONTINUE WATERAFVOER EN HET RESERVOIR TEGELIJKERTIJD
GEBRUIKEN.
Optie voor permanente waterafvoer
Het waterreservoir dient regelmatig geleegd worden.
Indien het apparaat in een zeer vochtige omgeving gebruikt wordt of op een weinig gefrequenteerde plaats, wenst u
misschien uw ontvochtiger uit te rusten met een permanente waterafvoer.
•
Verwijder het reservoir uit zijn vak.
•
Installeer de slang, zoals aangegeven op de schets hieronder, OPGELET : de ontvochtiger schakelt
niet in, indien de slang niet correct geïnstalleerd is.
•
Sluit het uiteinde van een buis met de juiste afmeting aan op de slang, die van tevoren in het vak van het
reservoir geïnstalleerd is.
•
Plaats het andere uiteinde van de buis in een drain, de buis moet onbuigzaam zijn, zodat knikken
vermeden worden.
•
De buis moet naar de onderkant van het apparaat lopen en op een afvoer aangesloten worden.
•
Pas op, dat het uiteinde van de afvoerbuis zich niet in het afvoerwater bevindt.
BELANGRIJK: Zorg bij vorstgevaar ervoor, dat de afvoerbuis niet kan bevriezen.
Wanneer u de goot voor permanente waterafvoer in de gleuven installeert, moet u ervoor zorgen, dat
de verlenging van deze adapter (arm) naar binnen geplaatst is en de hefboom (schakelaar), die het
apparaat inschakelt, goed omhoog drukt.
HOE WERKT UW ONTVOCHTIGER?
2