Apparaatinstellingen
nl
2
Apparaatinstellingen
U kunt apparaatinstellingen direct
A p p a r a a t i n s t e l l i n g e n
activeren/deactiveren of onder œ
Apparaatinstellingen aanpassen.
Kinderslot
Met de activering van de de
kinderbeveiliging voorkomt u het per
ongeluk bedienen van het
bedieningspaneel.
Kinderbeveiliging activeren/
deactiveren:
E 3sec (Kinderbeveiliging)
■
gedurende 3 seconden indrukken.
De kinderbeveiliging blijft
Aanwijzing:
ook na het uitschakelen van het
apparaat geactiveerd. Om het
bedieningspaneel na het inschakelen te
kunnen bedienen, moet u de
kinderbeveiliging deactiveren.
Stil drogen
Met het activeren van Á (Stil drogen)
gebruikt u het apparaat zonder
bedienings- en aanwijzingssignalen.
Stil drogen activeren/deactiveren:
Op Á (Stil drogen) drukken.
■
De bedienings- en aanwijzingssignalen
van het apparaat zijn geactiveerd/
gedeactiveerd.
36
Apparaatinstellingen
aanpassen
U kunt onder œ de volgende
apparaatinstellingen aanpassen:
Volume van de bedieningssignalen
■
Helderheid van het display
■
Volume van de instructiesignalen
■
(bijv. aan het einde van het
programma)
œ als volgt oproepen:
Op # drukken om het apparaat in te
1.
schakelen.
Á (Stil drogen) gedurende 3
2.
seconden indrukken.
œ wordt in het display weergegeven.
U kunt de apparaatinstellingen nu
aanpassen.