1.3 Bescherming van ogen en lichaam
•
Bescherm uzelf tijdens het lasproces tegen mogelijke vlambogen met beschermende kleding
zoals leren handschoenen, lasschorten, veiligheidsschoenen, lashelmen of brillen voor het
filteren van straling en projecties. De operator moet zijn ogen ook beschermen bij andere
toepassingen.
•
Draag geen ringen, horloges of sieraden die levend zijn en brandwonden kunnen
veroorzaken.
•
De gehele beschermplaat moet in goede staat zijn en op zijn plaats blijven.
Kijk nooit rechtstreeks in een lasboog zonder uw ogen te beschermen.
Bescherm de omgeving in de buurt van het product tegen projecties en reflecties.
1.4 Rook en gas
•
Bij lassen kunnen giftige dampen en schadelijk metaalstof vrijkomen. Gebruik het apparaat
op een beschutte plaats uitgerust met schoorsteenventilatoren.
De operator moet een antirookmasker dragen.
Het lasmateriaal moet worden ontvet en gereinigd om de lekkage van giftige gassen tijdens
het lasproces te beperken.
1.5 Brand
•
Zorg ervoor dat de vonken geen brand veroorzaken, vooral in de buurt van brandbaar
materiaal.
•
Controleer of brandblussers niet te ver van de operator verwijderd zijn.
•
Laat het product op een plaats met een luchtblazer staan.
•
Las niet op containers met brandbare en smeermiddelen (zelfs als ze leeg zijn) of op
containers met brandbaar materiaal.
•
Las niet in een omgeving met brandbaar gas of benzinedamp.
1.6 Elektromagnetische compatibiliteit
Controleer in de buurt van puntlassen:
-
dat er geen andere voedingskabels, besturingskabels, telefoonkabels, radio- of
televisieontvangers, klokken, mobiele telefoons, magnetische kaarten, computers of
andere elektronische apparaten zijn.
-
dat er geen mensen in de buurt zijn (minimaal 3 meter straal) die gebruik maken van
actieve medische apparatuur (pacemakers, hoortoestellen). Voeg extra beveiligingen
toe als andere producten in dezelfde omgeving worden gebruikt.
1.7 Voordat u begint
•
Inspecteer alle voedingskabels, stekkers en alle elektrische aansluitingen op slijtage en/of
beschadigingen.
•
Een aardlekschakelaar (aardlekschakelaar) moet in de hoofdverdeler worden geïnstalleerd;
We raden ook aan om op alle elektrische producten een aardlekschakelaar te gebruiken.
•
Controleer voor gebruik de isolatie van het snoer van het apparaat en inspecteer het
apparaat en de stekker voordat u het op het lichtnet aansluit.
•
Controleer ook regelmatig de stopcontacten, verlengsnoeren en connectoren.
•
Zorg ervoor dat de spanning die op het apparaat wordt aangegeven overeenkomt met de te
gebruiken voeding.
•
Draag het apparaat niet op het netsnoer.
Originele gebruiksaanwijzing – AREBOS puntlasser 800 W
4