Montage en opstelling
TRYON 3 MK...
® ®
Fig. 25
Fig. 26
Bevestig de voorste steunplaat (201) op de vrije uitein-
den van de bovenste steunbouten vooraan met behulp
van M16-moeren en rondellen (78,88). Breng een M16-
moer aan op elk vrij uiteinde van de bovenste trekstan-
gen op het achterste element. Bevestig de achterste
steunplaat (202) op de vrije uiteinden van deze trekstang
met behulp van M16-moeren en rondellen (87,88).
Deze steunplaten moeten zo worden aangebracht dat de
gebogen gedeeltes naar buiten zijn gekeerd, zoals weer-
gegeven in fig. 25. De voorste en achterste steunplaat
moeten evenwijdig met de vloer worden aangebracht.
Vergewis u daarvan met een waterpas.
Bevestig de voorste stukken van de blokisolatie (203)
(van module 353 of 865) en het tussen-/achterstuk van
de blokisolatie (206) haaks bovenaan het blok, en begin
daarmee net achter de voorste steunplaat. Wikkel de
isolatiestrips (204) rond de isolatiestukken van het ketel-
blok, waarbij u de strips doorheen de ruimtes tussen de
ketelsegmenten en de onderste trekstangen steekt. Ge-
bruik twee strips voor elk isolatiestuk. Bevestig elk uitein-
de van de strip met behulp van een isolatieveer (205).
Maak een gat met een diameter van 75 mm bovenaan
het achterste isolatiestuk om de op het achterste ele-
ment aangebrachte hulzen toegankelijk te maken.
Bevestig de stukken van de isolatie aan de onderkant
van het ketelblok (149). Zorg ervoor dat de met alumini-
um beklede zijden naar onderen zijn gericht.
Bevestig de linker en rechter bovensteunstukken van de
mantel (200) op de voorste en achterste steunplaten zo-
als weergegeven in fig. 26. Bevestig ze op de steunpla-
ten via de grepen ervan met behulp van M10x20-
stelschroeven (209), M10-moeren en rondellen (210,
211).
NUMMERS TUSSEN DE HAAKJES VERWIJZEN
NAAR ONDERDELENLIJST PAGINA 30
15