[SYNC START]
Functie
Uitleg
indicator
Het afspelen van het ritme moet met de [START/
—
Donker
STOP]/[*/, ] knop (of de toegewezen optionele
voetschakelaar) gestart en gestopt worden.
VARIATION [1], [2], [3], [4]
Deze knoppen worden gebruikt om de complexiteit (aantal Parts)
van het ritme arrangement te selecteren:
[VARIATION]
Uitleg
Het eenvoudigste begeleidingspatroon. Een goede keuze
[1]
voor de eerste songs die u speelt.
Een iets gecompliceerder patroon die u voor daarop
[2]
volgende coupletten zou kunnen gebruiken.
[3]
Dit patroon is een goede keus voor het eerste refrein.
Dit is het meest gecompliceerde arrangement. U kunt
[4]
overwegen dit voor de brug of de laatste refrein secties
van een song te gebruiken.
MEMO
De VARIATION patronen worden herhaald (in een loop afge-
speeld) totdat een ander patroon wordt geselecteerd of het
afspelen van het ritme wordt gestopt.
[INTRO] / [ ' ]
Selecteert een introductie, die meestal aan het begin van een song
wordt gebruikt. U kunt dit patroon echter ook voor andere secties
in de song selecteren. Het gedrag van het intro patroon is afhanke-
lijk van het moment waarop u de [INTRO] knop indrukt:
[INTRO]
Uitleg
Ingedrukt
De indicator is verlicht.
voordat het
Als u het afspelen van het ritme start, speelt de BK-3 eerst
afspelen van
een muzikale introductie. (Dit patroon wordt slechts één
het ritme wordt
keer gespeeld).
gestart.
[INTRO]
Uitleg
Ingedrukt
De indicator knippert om aan te geven dat het INTRO
tijdens het
patroon op de volgende Downbeat zal beginnen.
afspelen van
Als het intro is gespeeld, keert de BK-3 naar het eerder
het ritme.
geselecteerde VARIATION patroon terug.
Er zijn feitelijk vier verschillende INTRO patronen, die met de
VARIATION [1], [2], [3] en [4] knoppen geselecteerd kunnen worden.
Nogmaals, de VARIATION knoppen bepalen de complexiteit van het
intro arrangement.
[ENDING] / [ & ]
Met deze knop kunt u de songs met een passende afsluitende
sectie beëindigen, als u het afspelen niet simpelweg wilt stoppen.
Het gedrag van het Ending patroon is afhankelijk van het moment
waarop u op de [ENDING] knop drukt:
[ENDING]
Uitleg
Ingedrukt
De indicator is verlicht.
voordat het
Als u het afspelen van het ritme start, speelt de BK-3
afspelen van
een muzikaal einde. Aan het eind van de frase stopt het
het ritme wordt
afspelen.
gestart.
Ingedrukt
De indicator knippert om aan te geven dat het ENDING
tijdens het
patroon op de volgende Downbeat zal beginnen.
afspelen van
Als het einde is gespeeld, stopt het afspelen van het
het ritme.
ritme.
Er zijn vier verschillende ENDING patronen, die met gebruik van de
VARIATION [1], [2], [3] en [4] knoppen geselecteerd kunnen worden.
Ook hier is het zo dat de VARIATION knoppen de complexiteit van
het arrangement bepalen.
[BASS INV]
Deze knop wordt gebruikt om de 'Bass Inversion' functie aan of
uit te zetten. Als de knop donker is, speelt het ritme basgedeelte
altijd de grondtoon van de noten of akkoorden. Voorbeeld: als u
een akkoord speelt dat uit C, E en G bestaat (dat als een C majeur
akkoord wordt herkend), speelt het basgedeelte een C.
Als de [BASS INV] knop verlicht is, gebruikt het ritme basgedeelte
de laagste noten van de akkoorden die u speelt.
Voorbeeld: als u een akkoord speelt dat uit de noten E, G en C
bestaat (nog steeds een C majeur akkoord), speelt het basgedeelte
een E. Deze functie geeft u meer artistieke vrijheid.
Ritmes gebruiken
23