MELODIETJES
1.
Op een grote paddenstoel
2.
Hansje pansje kevertje
3.
Twinkel, twinkel, kleine ster
4.
Hoedje van papier
5.
Vader Jacob
6.
Zagen, zagen
GEZONGEN LIEDJES
Liedje 1
Op een grote paddenstoel, rood met witte stippen.
Zat kabouter Spillebeen, heen en weer te wippen.
"Krak", zei toen de paddenstoel, met een diepe zucht.
Vlogen beide beentjes, hoepla in de lucht.
Liedje 2
Hansje pansje kevertje, die klom eens op een heg.
Neer viel de regen, die spoelde alles weg.
Op kwam de zon, die maakte alles droog.
En Hansje pansje kevertje, die klom toen weer omhoog.
Liedje 3
Twinkel, twinkel, kleine ster, o, wat schijn jij toch heel ver.
Ik vraag me af waar jij nu bent en of je alle sterretjes kent.
Twinkel, twinkel, kleine ster, o, wat schijn jij toch heel ver.
Liedje 4
Eén, twee, drie, vier, hoedje van, hoedje van.
Eén, twee, drie, vier, hoedje van papier.
En als dat hoedje dan niet past, zet het in de glazenkast.
Eén, twee, drie, vier, hoedje van papier.
8