Als een temperatuursonde is aangesloten, geeft de meter de gemeten temperatuur weer. Als er
geen sonde is aangesloten, of als de meetwaarde buiten het bereik ligt, toont het display knippe-
rende streepjes. Als een meting iets buiten het bereik van de meterspecificaties valt, knippert het
display de dichtstbijzijnde volledige schaalwaarde. Om de meter UIT te schakelen, drukt u op de
AAN/UIT-toets.
°C/°F
Metingen kunnen worden weergegeven in graden Celsius of Fahrenheit. De meter is in de fabriek
ingesteld op °C. Om de schaal te wijzigen, drukt u op de °C/°F-toets.
Hold
De Hold-functie wordt geactiveerd door op de HOLD-toets te drukken. De gemeten temperatuur
wordt op het display vastgehouden totdat er opnieuw op HOLD wordt gedrukt. "HOLD" knippert
op het scherm.
è
Hoewel het display bevroren is, gaat de meter intern door met het meten en bijwerken
van Hi/Lo en relatieve waarden.
HIgh/LOw
De maximum- en minimumtemperaturen worden continu gecontroleerd en weergegeven op het
onderste gedeelte van het scherm.
è
Wanneer de meetwaarde buiten het bereik valt, of de sonde wordt verwijderd, worden
streepjes weergegeven totdat ze worden gewist.
6