Controller for Octostrip MKII
08) Druk op de knop SETUP om het menu te openen en door de twee opties te navigeren: Zodra u de
gewenste optie heeft gekozen, doet u het volgende:
09) Druk op de knop SETUP om de instellingen te bevestigen.
3. Master/slave
In dit menu kunt u het apparaat als master of slave instellen.
01) Druk op de knop MODE totdat
02) Het apparaat werkt nu in de slavestand en zal hetzelfde reageren als het masterapparaat.
4. DMX Address (DMX-adres)
In dit menu kunt u het gewenste DMX-startadres en de DMX-kanaalstand instellen.
01) Druk op de knop MODE totdat
02) Druk op de knop SETUP om het menu te openen.
03) Druk op de knoppen UP en DOWN om het gewenste DMX-startadres in te stellen. Het instelbereik ligt
tussen
04) Druk op de knop SETUP om naar de instellingen voor de kanaalstand te gaan.
05) Druk op de knoppen UP en DOWN om een van de volgende DMX-kanaalstanden te kiezen:
●
6, 8, 14, 24, 26, 50, 96 of 112 kanalen (voor ledstrips van 50 cm)
●
6, 8, 14, 24, 26, 50, 192 of 208 kanalen (voor ledstrips van 100 cm)
06) De weergegeven DMX-kanaalstanden zijn afhankelijk van de lengte van de ledstrip. Zie 8.1 op
pagina 24.
07) Druk op de knop SETUP om te bevestigen.
5. Netwerkinstellingen
In dit menu kunt u de netwerkinstellingen van het apparaat aanpassen, zoals de signaalbron, het IP-
adres, net, subnetmasker, universe en het MAC-adres.
01) Druk op de knop MODE totdat
02) Druk op de knop SETUP om het menu te openen.
03) Druk op de knoppen UP en DOWN om door de 7 onderstaande opties te navigeren.
5.1. Signaalbron
In dit menu kunt u de gewenste signaalbron instellen: DMX of ArtNet.
01) Druk op de knoppen UP en DOWN totdat
02) Druk op de knop SETUP om het menu te openen.
03) Druk op de knoppen UP en DOWN om te kiezen tussen DMX en ArtNet.
04) Druk op de knop SETUP om te bevestigen.
Als u ArtNet kiest, drukt op de knop MODE totdat
display, om te zorgen dat het signaal goed wordt ontvangen. Als u dit niet doet, werkt
het apparaat niet in de ArtNet-stand.
Bestelcode: 42233
Programmasnelheid (Druk op de knoppen UP en DOWN om de
programmasnelheid te verhogen/verlagen.) Het instelbereik ligt tussen 1-
100, van langzaam tot snel.
Strobe (Druk op de knoppen UP en DOWN om de stroboscoopfrequentie in
te stellen. Het instelbereik ligt tussen 0-99, van OFF tot een hoge frequentie.)
op het display wordt weergegeven.
op het display wordt weergegeven.
.
op het display wordt weergegeven.
op het display wordt weergegeven.
22
wordt weergegeven op het