Tabel 7. Richtlijnen en verklaring van de fabrikant - elektromagnetische immuniteit (geleide RF en
uitgestraalde RF)
Test
IEC 60601
Testniveau
Uitgestraalde
3 V/m
RF
80 MHz tot
IEC 61000-4-3
2,5 GHz
*Veldsterkten van vaste RF-zenders, zoals basisstations voor radiotelefoons (cellulaire/draadloze)
en mobiele landradio's, amateurradio, AM- en FM-radio-uitzendingen en TV-uitzendingen kunnen
niet nauwkeurig theoretisch voorspeld worden. Om de elektromagnetische omgeving vanwege
vaste RF-zenders te beoordelen, moet een elektromagnetisch veldonderzoek overwogen worden.
Als de gemeten veldsterkte van de locatie waarin de Merlin@home-zender gebruikt wordt, hoger is
dan het bovengenoemde toepasselijke RF-niveau waaraan voldaan hoort te worden, moet
gekeken worden of de Merlin@home-zender wel normaal werkt. Als abnormaal functioneren blijkt,
zijn mogelijk aanvullende maatregelen nodig, zoals draaien of verplaatsen van de Merlin@home-
zender.
Opmerking
De Merlin@home-zender is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving
waarin uitgestraalde RF-storingen onder controle worden gehouden. De gebruiker van
de Merlin@home-zender kan elektromagnetische interferentie helpen voorkomen door
een minimumafstand te bewaren tussen draagbare en mobiele RF-
communicatieapparatuur (zenders) en de Merlin@home-zender zoals in tabel 8
Immuniteitsniveau
waaraan voldaan
4
dient te worden
3 Vrms
14
Elektromagnetische omgeving - Richtlijn
draagbare en mobiele RF-
communicatieapparatuur die in gebruik is.
Aanbevolen scheidingsafstand:
(80 MHz tot 800 MHz)
(800 MHz tot 2,5 GHz)
waarbij P de nominale maximale output is
van de zender in watt (W) volgens de
fabrikant van de zender en d de
aanbevolen afstand in meters (m).
Veldsterkten van vaste RF-zenders,
vastgesteld door een elektromagnetisch
locatieonderzoek*, dienen lager te zijn
dan het niveau waaraan voldaan hoort te
worden in elk frequentiebereik.
Interferentie kan optreden in de buurt van
apparatuur die gemerkt is met het
volgende symbool: