AUTODIAGNOSTICHE LEDS
B
eschrijving van de autodiagnostiche LEDs.
Groene Led
Continu: Correcte werking.
Langzaam knipperen: Programmering actief (SW1-1 op ON).
Snel knipperen: Programmering klaar.
Rode Led
Continu: Programmeer fout, start de programmering
opnieuw.
Uit: Correcte werking.
PROGRAMMERING
P
rogrammeren van de
converter.
De converter moet geprogrammeerd worden met een backbone code (zie pagina's 7 tot 10),
welke voor elke converter verschillend moet zijn, volg hiervoor de volgende stappen.
1
0
0
Als u meerdere converters heeft, herhaal de bovenstaande stappen en stel voor elke
converter een andere backbone code in.
Gaat tijdens het programmeer proces de rode LED op de converter gaat branden, begin dan
de programmering opnieuw.
13:15
Actiever de programmer modus van de converter door
dip switch nummer 1 op ON te zetten.
Het codepaneel zal nu een toon geven en de groene LED
op de converter zal langzaam gaan knipperen,dit
betekend dat deze in de programmeerstand staat.
Toets de backbone code in die geprogammeerd moet
0
worden, gevolgd door 3x een 0, druk vervolgens op de
O.K.
bel toets.
Om aan te geven dat de unit correct is geprogrammeerd,
zal het paneel een toon geven en de groene LED op de
converter zal snel gaan knipperen.Sluit de
programmering af door dip switch nummer 1 op OFF te
zetten en op de C
paneel.
De autodiagnostiche LEDs zijn geplaatst
naast de configuratie dip switch.
Zet het codepaneel in de programmeerstand, druk
op de sleuteltoests gevolgd door de code,
installateurs code (fabrieks instelling 1315),of
door uw eigen installateurs code.
"Cancel"
knop te drukken van het
5