5. Installatie instructies – Aanbevolen locaties
• Plaats het alarm bij wandmontage op een horizontale afstand tussen 1 en 3 meter van een apparaat dat
brandstof verbrandt.
• Aan de wand gemonteerde alarmen moeten zich dicht bij het plafond bevinden, maar op een afstand van ten
minste 150 mm eronder, om te voorkomen dat zij zich in een ruimte met 'dode lucht' bevinden.
• Plaats het alarm binnen gehoorsafstand van slaapkamers*, en als er zich een verwarmingsapparaat in de
slaapkamer bevindt, plaats het alarm dan op slaaphoogte.
• CO-melders in kamers met schuin aflopende plafonds moeten aan de hoge zijde van de kamer worden geplaatst.
• Aan het plafond gemonteerde alarmen moeten minstens 300 mm van wanden worden geplaatst.
• Als er zich een scheidingswand in de kamer bevindt, plaats dan het alarm aan dezelfde kant van de
scheidingswand als de mogelijke bron.
*Er moet een CO-alarm worden geïnstalleerd in alle ruimtes waarin zich een apparaat bevindt dat brandstof
verbrandt. Voor een maximale bescherming moeten er CO-alarmen worden geïnstalleerd in ruimtes waar de
meeste tijd wakker wordt doorgebracht, in iedere slaapruimte en op iedere verdieping van de woning.
Te vermijden locaties
• Vermijd het plaatsen in de buurt van tocht, zoals deuren, ramen, afzuigkappen, ventilatieroosters of andere
soortgelijke ventilatieopeningen.
• Vermijd het plaatsen in de buurt van obstakels (bijvoorbeeld achter gordijnen, planken of meubels).
• Vermijd stoffige, vuile of vette ruimtes, zoals garages of werkplaatsen
• Vermijd vochtige (badkamers), koude (< -10°C) of warme (> 40°C) ruimtes, of ruimtes met stoom en plaats de
9
melder niet in de buurt van gootstenen.