7.
Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de vaste schijf.
8.
Als u een nieuwe schijfeenheid installeert, sluit u het andere uiteinde van de gegevenskabel aan
op de juiste connector op de systeemkaart.
OPMERKING:
De gegevenskabel moet worden aangesloten op de donkerblauwe connector
op de systeemkaart met de aanduiding SATA0. Hierdoor bent u verzekerd van optimale
prestaties. Als u een tweede vaste schijf toevoegt, sluit u de gegevenskabel aan op een van de
lichtblauwe SATA-connectoren.
9.
Plaats het toegangspaneel terug.
10.
Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer
aan.
11.
Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het
toegangspaneel.
Verwijderen en installeren van schijven
29