MC402
2.1
Veiligheid bij de installatie van het toestel
Neem de veiligheidsinstructies en voorschriften van de fabrikant van het
voertuig en het garagebedrijf in acht!
!
WAARSCHUWING!
Ontoereikende leidingverbindingen kunnen tot gevolg hebben, dat
door kortsluiting
• kabelbranden ontstaan,
• de airbag wordt geactiveerd,
• elektronische besturingsinrichtingen worden beschadigd,
• elektrische functies uitvallen (knipperlicht, remlicht, claxon, contact,
licht).
A
LET OP!
In verband met kortsluitingsgevaar moet voor werkzaamheden aan het
elektrische syteem van het voertuig altijd de minpool worden losgekop-
peld.
Bij voertuigen met een extra accu moet ook hier de minpool worden los-
gekoppeld.
Neem daarom de volgende instructies in acht:
• Gebruik bij werkzaamheden aan de volgende leidingen alleen geïsoleerde
kabelschoenen, stekkers en vlaksteker-kabelschoenen:
– 30 (ingang van accu plus direct)
– 15 (geschakelde plus, achter accu)
– 31 (retourleiding vanaf accu, massa)
– L (richtingaanwijzers links)
– R (richtingaanwijzers rechts)
Gebruik geen kroonstenen.
• Gebruik een krimptang voor het verbinden van de kabels.
• Schroef de kabel bij aansluitingen aan leiding 31 (massa)
– met kabelschoen en getande ring aan een massaschroef van het voertuig of
– met kabelschoen en plaatschroef aan de carrosserieplaat.
Let op een goede massaverbinding!
NL
Veiligheidsinstructies
13