SC400 installatiehandleiding - Irrigatiecomputer
Jumpersettings en vaste in-/uitgangen
aan de hand van de gekozen configuratie
Er zijn op dit moment een aantal vaste configuraties beschikbaar voor de volgende afdelingen:
● Buitenafdeling (zit in elke SC400 controller);
● Kasklimaat;
● Watergiftsysteem;
● Waterbassinsysteem (Rainlevelr).
Buitenafdeling
De buitenafdeling kan een aantal verschillende weerstations aan:
1. Weerinfo vanaf het internet
2. Lokaal weerstation zonder lichtmeting (mini-weerstation datastroom)
3. Lokaal weerstation met lichtmeting (mini-weerstation datastroom)
4. Lokaal weerstation (fysieke in- en uitgangen)
5. Lokaal alleen lichtmeting (fysieke ingang) - alleen in combinatie met watergift
Weerstation 1
Hier kunt u de ethernetkabel aansluiten op de controller en zorgen dat deze verbonden is met
het internet.
Weerstation 2 en 3
De metingen worden verzonden als datasignaal. Deze moet worden aangesloten op DI 4.
Aangezien dit een datasignaal is, kan deze "doorgelust" worden naar meerdere SC400
computers, DI 4 en bijbehorende "nul" aansluitingen.
Weerstation 4
Tabel 20: Weerstation 4
Meting
Type
Buitentemperatuur
NTC 10 KΩ
Lichtmeting
0-5 Volt
Regensignaal
+24 V DC
Windsnelheid
+24 V DC Puls
Weerstation 5
Tabel 21: Weerstation 5
Meting
Type
Lichtmeting
0-5 Volt
Dit betekent dat alleen voor 4 en 5 jumpers op de juiste plek moeten worden gezet. Tevens
bezit de buitenafdeling een uitgang voor een extern signaal (voor het aansluiten van een
lamp/alarmbel/bel-sms module/enz.). Dit is DO 16, 24 V DC/60 mA, geschakeld in de +24 V.
Bereik
-20 tot +120°C
0 – 1000 W/m²
Wel/Niet
Puls
Bereik
2
0 - 1000 W/m
Klem
Jumper
NTC 1
J1 geplaatst
V/I 3
J6 (3) op "V"
DI 1
N.v.t.
DI 2
N.v.t.
Klem
Jumper
V/I 1
J4 (1) op "V"
Naar de inhoudsopgave
Versie: 28-03-2022
28
|