Aansluiten van externe bedrijfsspanning voor
het regelsysteem
Voorzichtig!
Geldt alleen voor netaansluiting van 3x400V.
Voorzichtig!
Merk alle elektrische schakelkasten met waar-
schuwingsstickers voor externe spanning.
Als u externe bedrijfsspanning voor het regelsysteem
voor de F1245PC wilt aansluiten op de printplaat van de
bijverwarming (AA1) moet de randconnector bij AA1:X2
worden verplaatst naar AA1:X9 (zie illustratie).
Bedrijfsspanning (1x230V ~ 50Hz) is aangesloten op
AA1:X11 (zie illustratie).
AA1-X8
AA1-X2
AA1-X9
1x230V+N+PE bedrijfsspanning
Sensoren aansluiten
Sluit de sensor(en) aan op
klem X6 op ingangs-
kaart(AA3). Zie de onder-
staande instructies.
24
Hoofdstuk 5 |
Elektrische aansluitingen
N
0
PE
L1 1 L2 L3
AA1-X11
L
PE
N
1x230V+N+PE
Buitenvoeler
De buitentemperatuursensor (BT1) moet op een bescha-
duwde plaats aan de noord- of noordwestzijde worden
geplaatst, zodat de werking ervan niet kan worden ver-
stoord door bijvoorbeeld de ochtendzon.
Sluit de sensor aan op de klemmenstroken X6:1 en X6:2
op de ingangskaart (AA3). Gebruik een 2-aderige kabel
van minimaal 0,5 mm².
Indien er een mantelbuis wordt gebruikt, moet deze
worden afgesloten om condens in de behuizing van de
sensor te voorkomen.
Temperatuursensor, verbinding externe
doorstroming
Als temperatuursensor, verbinding externe stroom (BT25)
moet worden gebruikt, moet deze op de klemmenstro-
ken X6:5 en X6:6 op de ingangskaart (AA3) worden
aangesloten. Gebruik een 2-aderige kabel van min. 0,5
mm² dik.
AA1
Ruimtevoeler
De F1245PC wordt geleverd met een ruimtesensor
(BT50). De ruimtesensor heeft maximaal drie functies:
1. Weergave van de actuele kamertemperatuur in de
display van de F1245PC.
2. Optie om de gewenste kamertemperatuur in °C te
veranderen.
3. Mogelijkheid tot wijzigen/stabiliseren van de aan-
voertemperatuur op basis van de kamertemperatuur.
Installeer de sensor in een neutrale positie waar de instel-
temperatuur is vereist. Een geschikte locatie is op een
vrije binnenwand in een hal op ca. 1,5 m boven de grond.
Het is belangrijk dat de sensor tijdens het meten van de
juiste kamertemperatuur niet wordt gehinderd, wat het
geval is als de sensor in een nis, tussen planken, achter
AA3-X6
een gordijn, boven of nabij een warmtebron, in een
tochtstroom van een buitendeur of in direct zonlicht
wordt geplaatst. Ook dichtgedraaide radiatorthermosta-
ten kunnen problemen veroorzaken.
Extern
F1245PC
1
2
3
4
BT1
AA3-X6
F1245
F1245PC
4
5
6
7
BT25
AA3-X6
NIBE F1245PC