36 van 40
10 Bijbehorende documentatie
De meet- of dompelklokken moeten elk met een afstand van 200 mm (onderkant
klok) ten opzichte van de reservoirbodem worden gemonteerd. Wanneer deze op
een andere montagehoogte worden aangebracht, moet dit in het schakelapparaat
worden ingesteld.
Tabel 22: Parameter
Parameter
3-4-4-1
3-4-5-1
AANWIJZING
Voor trekontlasting van de stekkers in het schakelapparaat de slangen van beide
dompel- of meetklokken door kabelwartels leiden en deze stevig vastdraaien.
AANWIJZING
Om een correcte werking van het schakelapparaat te garanderen moet de
luchtslang van beide dompel- of meetklokken continu aflopend worden
gemonteerd. Hierdoor wordt waterzakvorming in de luchtslang als gevolg van
condensatie voorkomen. Slangresten moeten tijdens de installatie worden
weggesneden.
LevelControl Basic 2
Aanduiding
Niveau klok 1
Niveau klok 2