3. Het afstandsbereik voor
de scherpstelling kiezen
U kunt het afstandsbereik voor de scherpstelling
instellen op 1,2 meter tot oneindig of 3 meter tot
oneindig.
Door de juiste instelling voor het afstandsbereik
te kiezen wordt er sneller automatisch
scherpgesteld.
Als de huidige scherpstelafstand niet binnen het
afstandsbereik is waarnaar u wilt overschakelen,
is het mogelijk dat het scherpstellen eerst even
stopt bij het begin van het scherpstelbereik. Dit is
normaal en duidt niet op een foutieve werking.
Druk de ontspanknop nog een keer half in om de
normale automatische scherpstelling te hervatten.
4. Zoomen
Om te zoomen, draait u aan de zoomring van het
objectief.
Zorg dat u klaar bent met zoomen voordat u met
scherpstellen begint.
Verdraaien van de zoomring na het scherpstellen
kan van invloed zijn op de scherpstelling.
NLD-5