het adres http://192.168.0.48 in te toetsen. In tegenstelling tot 'gewone' webpagina's, wordt nu dus niet
www ingetoetst. Achter het IP adres kan het poortnummer worden gezet, bijvoorbeeld 192.168.0.48:81. De
:81 achter het IP adres forceert het gebruik van webpoort 81. Standaard wordt door de AlphaCom PSTN2IP
ML echter webpoort 80 gebruikt en kan de :81 weggelaten worden (of vervangen worden door :80). Het
invullen van een ander poortnummer hoeft alleen indien DIP switch 2 op OFF staat.
Webpoort 80 is de standaard HTTP poort en is dus ongeacht welke router of firewall er gebruikt wordt, altijd
bereikbaar. Daarom is de standaard poort die met DIP switch 2 wordt geactiveerd, webserver poort 80.
Omdat dit uiteraard niet de veiligste poort is (deze kan bij de meeste routers standaard van buitenaf bereikt
worden), kan in de programmering gekozen worden om een andere poort hiervoor te gebruiken. Na het
inlezen van de fabriekswaarden staat de webserver poort van de AlphaCom PSTN2IP ML transceiver
ingesteld op poort 80. Het is beveiligingstechnisch beter om dit te verandering, bijvoorbeeld in 81 of 82.
Let op: wanneer dipswitch 2 teruggezet wordt naar de OFF positie en de AlphaCom PSTN2IP ML
transceiver opnieuw gestart is, kan de AlphaCom PSTN2IP ML transceiver alleen nog via de ingestelde
webserver poort bereikt worden.
Let op: wanneer toegang van buitenaf noodzakelijk is en de webserver poort bijvoorbeeld op 81 gezet is,
dan moet deze poort ook in de modem/router opengezet worden.
Tip: Om te controleren of de PC contact kan maken met de AlphaCom PSTN2IP ML kan het commando
PING gebruikt worden. Open hiertoe een opdracht prompt (DOS box). Ga naar Start, vervolgens uitvoeren
en toets dan 'cmd' in, zie voorbeeld:
Hierdoor wordt een DOS box gestart, waarin o.a. het PING commando ingegeven kan worden. Het PING
commando wordt gebruikt om te controleren of er contact gemaakt kan worden met een opgegeven IP adres,
bijvoorbeeld:
Installatiehandleiding AlphaCom PSTN2IP ML transceiver
Rev. 1.4 26-06-2009
Blz. 17/66