Parameter
3-4-1-4-8-4
Schakelcontact 2 UIT
3-4-1-4-9-1
Niveau 1 klep open
3-4-1-4-9-2
Niveau 1 klep dicht
3-4-1-4-10-1
Niveau setpoint 1
3-4-1-4-10-3
Hysteresis
3-4-1-4-10-4
Sample tijd
3-4-3-2
Prop. versterking.
3-4-3-3
Int. versterking.
3-4-3-4
Diff. versterking.
3-4-3-5
Afname detectie
3-4-3-5-1
Bandbreedte af. det.
3-4-3-5-2
Tijd afname detectie
3-4-3-9
Ramp-up Freq. omv.
3-4-3-10
Ramp-down Freq. omv. 3.0
3-5-1
Wenswaarde
3-5-2
Hysteresis
3-5-3
Bandbreedte
3-5-4
Accumulatie druk.
3-5-10
Delta p
3-5-11
Hogedruk alarm.
3-5-12
Hogedruk actie
3-5-13
Lagedruk alarm
3-5-14
Lagedruk actie
Waarde: (default)
Beschrijving:
40
Waterniveau waarbij relaiscontact
2 wordt uitgeschakeld
70
Waterniveau in het voorloopreservoir
waarbij de vulklep wordt geopend
90
Waterniveau in het voorloopreser-
voir waarbij de vulklep wordt geslo-
ten
80
Maximaal niveau in het voorloopre-
servoir waarbij de proportionele klep
volledig is geopend
15
Niveau verschil in het voorloopreser-
voir waarbij de proportionele klep
volledig is geopend
10
Tijd tussen de niveaumeetingen die
de stand van de proportionele klep te
bepalen
60
Proportionele versterkingsfactor van
de systeemdruk regeling
40
Snelheid waarmee de afwijking van
de systeemdruk wordt gecorrigeerd
0
Dempingsfaktor waarmee de
systeemdruk aanpassingen worden
afgevlakt
Nauwkeurigheid waarmee de mini-
male water afname gedetecteerd
wordt. (uitschakelen van het
systeem)
6
Bandbreedte afname detectie in %
Tijdafname detectie in s, wat de druk
16
binnen de bandbreedte moet liggen
3.0
Instelling van de "ramp-up" van de
frequentie omvormer
Instelling van de "ramp-down" van de
frequentie omvormer
400
Wenswaarde van de systeemdruk
30
Drukverschil boven en onder de
wenswaarde waarbij de pompen res-
pectievelijk uit- en inschakelen
5
Een dood gebied waarbinnen het
toerental van de omvormer, ondanks
drukschommelingen, constant blijft
30
Membraan tank (water)druk accumu-
latie alvorens het systeem uitscha-
kelt
0
Kwadratische (+) of lineaire (-) func-
tie om de wenswaarde te corrigeren
per pomp in- of uitschakeling
1000
Maximum limiet voor de systeemdruk
waarbij het systeem uitschakelt of
alleen een alarm geeft
Selectie parameter om de actie bij
overdruk te definiëren
(uitschakelen of alleen signaleren)
0
Minimum limiet voor de systeemdruk
waarbij het systeem uitschakelt of
alleen een alarm geeft
Selectie parameter om de actie bij
overdruk te definiëren
(uitschakelen of alleen signaleren)
Niveau
Niveau
(lees)
(schrijf)
Alle
Service
Alle
Service
Alle
Service
Alle
Service
Alle
Service
Alle
Service
Alle
Service
Alle
Service
Alle
Service
Alle
Service
Service
Service
Service
Service
Alle
Service
Alle
Service
Alle
Gebruiker
Alle
Gebruiker
Alle
Gebruiker
Alle
Gebruiker
Alle
Gebruiker
Alle
Gebruiker
35
Alle
Gebruiker
Alle
Gebruiker
Alle
Gebruiker