2.1.3. Overzicht aansluitingen
1
2
3
6
Sluit de busspanning (nr. 4, klem rood/zwart) en de hulpspanning (nr. 5, klem geel/wit)
aan. Alle GND-aansluitingen van de ingangen zijn intern overbrugd (zwarte kabel).
Voor de aansluiting van de digitale/analoge ingangen (nr. 7) gebruikt u de
meegeleverde kabelboom. De kabels voor de ingangen kunnen tot 10 m worden
verlengd.
2.2. Aanwijzingen voor montage en
inbedrijfstelling
Stel het toestel nooit bloot aan water (regen) of stof. Daardoor kan de elektronica
beschadigd raken. Een relatieve luchtvochtigheid van 95% mag niet worden
overschreden. Dauw vermijden.
Na het aanleggen van de bedrijfsspanning bevindt het toestel zich enkele seconden in
de initialiseringsfase. Gedurende die tijd kan geen informatie via de bus worden
ontvangen of verzonden.
Display Corlo Touch KNX • Stand: 30.08.2021 • Technische wijzigingen en fouten voorbehouden.
4
5
7
8
Afb. 8
Verbindingsleiding:
Ingang 1: zwart/wit
Ingang 2: zwart/geel
Ingang 3: zwart/lila
Ingang 4: zwart/blauw
8
Installatie en inbedrijfstelling
Afb. 7
1
Vergrendeling voor kliksluiting
2
Magneten (bijkomende fixering)
3
USB-bus
4
KNX-klem bus +/-
5
Klem hulpspanning 21,6...26,4 V DC,
Klemaansluiting pool-
onafhankelijk (+/- of -/+)
6
Micro SD-bus (de contacten van de
kaart moeten tijdens het plaatsen in
de richting van het display wijzen)
7
Bus analoge/digitale ingangen
8
Programmeertaster voor adressering
van het toestel op de bus (verzonken)