Inhoudsopgave
Advertenties
Access Modular Controller 2
–
–
–
–
–
–
–
De bescherming tegen spanningspieken van de toevoerleiding die voldoet aan de UL 1449-
standaard voor overspanningsbeveiligingsapparatuur, met een maximale gemarkeerde
classificatie van 330 V moet worden gebruikt in combinatie met het hostbeheersysteem.
De bescherming tegen spanningspieken van de signaalleiding die voldoet aan de vereisten
voor de UL 497B-standaard voor beschermingen voor gegevenscommunicatie- en
brandalarmcircuits, met een maximale gemarkeerde classificatie van 50 V.
De communicatiecircuits en netwerkcomponenten die op het telecommunicatienetwerk zijn
aangesloten, worden beschermd door secundaire beschermers voor communicatiecircuits.
Deze beschermingen moeten voldoen aan de UL 497A-standaard voor secundaire beschermers
voor communicatiecircuits. Deze beschermingen mogen alleen worden gebruikt in de
beschermde zijde van het telecommunicatienetwerk.
De apparatuur moet worden geïnstalleerd in een temperatuurgeregelde omgeving. Een
temperatuurgeregelde omgeving wordt gedefinieerd als een omgeving die door het HVAC-
systeem tussen 13 - 35 °C (55 - 95 °F) kan worden gehandhaafd. Voor het HVAC-systeem
wordt 24 uur stand-by-stroom geleverd. Het stand-bystroomsysteem voor het HVAC-systeem
kan alleen door een motoraangedreven generator worden geleverd. Het gebruik van een stand-
bybatterij is niet vereist.
Gebruik voor UL-naleving alleen door UL goedgekeurde lezers.
Bosch Security Systems B.V.
De RS-485 slave-verbinding mag alleen worden gebruikt voor verbinding met andere
AMC2-uitbreidingsapparaten. Het mag niet worden gebruikt voor verbinding met lezers of
andere accessoires.
Alle eenheden moeten worden aangedreven door de APS-PSU-60 voeding van Bosch voor
UL-installaties. De voeding moet zich in dezelfde ruimte bevinden als het aangesloten
AMC2-apparaat. De aanbevolen maximale afstand tussen de voeding en AMC2 is 3 m.
Bedradingsmethoden moeten in overeenstemming zijn met de National Electrical Code
(ANSI/NFPA70 - Artikelen 725 en 800), lokale codes en de Authority Having Jurisdiction
(AHJ).
Alle onderling verbonden apparaten en bedrading moeten door UL zijn goedgekeurd en/of
erkend.
De minimale draadgrootte die wordt gebruikt voor het aansluiten van externe apparaten,
moet ten minste 26 AWG zijn, afhankelijk van het elektriciteitsverbruik.
Producten zijn niet bedoeld om te worden geïnstalleerd of gemonteerd in
luchtbehandelingsruimten.
Om de vier statussen van de invoer te detecteren, mag de spanningsval in de
verbindingskabel niet boven speciale waarden uitkomen. Voor UL-installaties mogen
alleen de RS = 2k2 en RP = 2k2 End-of-Line-weerstanden worden gebruikt.
Installatiehandleiding
UL-vereisten | nl
37
2023-08 | V05 |
Advertenties
Inhoudsopgave
