Zorg ervoor dat het uiteinde
van de afvoerslang niet in
het water wordt
ondergedompeld. Er kan vuil
water in het apparaat
terechtkomen.
3. Naar een standaardleiding met
ventilatiegat - Steek de afvoerslang
rechtstreeks in een afvoerpijp. Zie de
afbeelding.
Het uiteinde van de
afvoerslang moet altijd
geventileerd zijn, d.w.z. de
binnendiameter van de
afvoerleiding (min. 38 mm -
min. 1,5") moet groter zijn
dan de buitendiameter van
de afvoerslang.
4. Als het uiteinde van de afvoerslang
er zo uitziet (zie afbeelding), kunt u
deze rechtstreeks in de standaardpijp
duwen.
5. Zonder de plastic slanggeleider,
naar een gootsteentapkraan -
Plaats de afvoerslang in de tapkraan
en draai deze vast met een klem. Zie
de afbeelding.
Zorg ervoor dat de
afvoerslang een lus maakt
om te voorkomen dat er
deeltjes uit de gootsteen in
het apparaat komen.
6. Plaats de slang rechtstreeks op een
ingebouwde afvoerleiding in de
kamerwand en draai deze vast met
een klem.
5.7 Elektrische aansluiting
Aan het einde van de installatie kunt u de
stekker in het stopcontact steken.
Het typeplaatje en het hoofdstuk
'Technische gegevens' geven de
benodigde elektrische waarden aan.
Zorg ervoor dat ze compatibel zijn met
de netvoeding.
NEDERLANDS
13