Stap 11:
Kies de plaats voor uw injectie.
Humuline wordt onderhuids geïnjecteerd
(subcutaan) in het gebied van uw buik, bil,
bovenbenen of bovenarmen.
•
Maak uw huid klaar met een alcoholdoekje en
laat uw huid drogen voor u uzelf injecteert.
Stap 12:
Zet het naaldje in de huid.
Druk de doseerknop helemaal in.
Houd de doseerknop
ingedrukt en tel langzaam
tot 5 voordat u de naald
verwijdert.
Probeer niet uw insuline te injecteren door de
doseerknop te draaien. U krijgt GEEN insuline
door de doseerknop te draaien.
Stap 13:
Verwijder het naaldje uit uw huid.
-
Een druppel insuline aan de punt van de
naald is normaal. Het heeft geen invloed op
uw dosis.
Controleer het aantal doseereenheden in
het doseervenster
-
Als u "0" in het doseervenster ziet, heeft u
de volledige dosis gekregen, die u gekozen
heeft.
-
Als u geen"0" in het doseervenster ziet, ga
dan niet opnieuw kiezen. Zet de naald in
uw huid en maak uw injectie af.
-
Als u nog steeds denkt dat u niet de
volledige dosis gehad heeft die u voor uw
injectie ingesteld heeft, begin dan niet
opnieuw of herhaal uw injectie dan niet.
Controleer uw bloedglucose zoals aan u is
uitgelegd door uw zorgverlener.
-
Als u gewoonlijk 2 injecties nodig heeft
voor uw volledige dosis, verzeker u er dan
van uw tweede injectie te geven.
De zuiger beweegt slechts een klein beetje bij
iedere injectie en het kan zijn dat u niet opmerkt dat
deze beweegt.
Als u een druppel bloed ziet na het verwijderen van
het naaldje uit uw huid, druk dan zachtjes op de
injectieplaats met een gaasje of een doekje. Niet
wrijven op de injectieplaats.
5 sec
6