NL
Voor kalibratie van het SmartPanel gebruikt u de potmeter (1) en drukknop (2) (zie afb.
10). Door middel van de volgende stappen leert u het SmartPanel hoe lang deze de dosa-
tor aan moet sturen.
−
Zet een maatbeker of emmer onder de dosator om het voedermiddel op te
vangen. Draai de draaiknop naar een waarde groter dan 0.
−
Druk de drukknop in (LED gaat aan) en houdt deze 5 sec vast (LED knippert).
−
Laat de drukknop los, de motor van de dosator gaat nu draaien (LED brandt).
−
Laat de dosator draaien tot er een goed te wegen hoeveelheid is gedoseerd.
−
Druk kort op de drukknop (LED gaat sneller knipperen); de motor van de dosa-
tor stopt nu met lopen.
−
Weeg/meet de hoeveelheid voedermiddel dat is uit gedoseerd.
−
Geef d.m.v. de draaiknop de gemeten hoeveelheid voer aan en druk kort op
de drukknop om deze waardes op te slaan (LED gaat uit).
−
De kalibratie is nu voltooid.
In bijlage 8 is een schematische weergave van de kalibratie weergegeven. Hier is als
voorbeeld 4 kg voer afgemeten, gedurende 15 seconden.
Let op! Het systeem kan alleen correct werken wanneer er zorgvuldig gekalibreerd
wordt. Herhaal de handelingen voor kalibratie elke keer wanneer er gewisseld
word van voedermiddel of bij nieuwe vulling, voor een exacte werking.
6.
Als alles correct is aangesloten, en uw systeem gekalibreerd is, dan is het klaar voor
gebruik.
Het gebruiken van het SmartPanel gaat als volgt:
- Draai de draaiknop naar de gewenste voergift.
- Druk kort op de drukknop/schakel de sprietschakelaar (LED gaat aan); de gewens-
te hoeveelheid wordt nu gedoseerd.
- De dosator zal vanzelf stoppen (LED gaat uit).
- Wanneer de draaiknop op 0 staat, zal de dosator lopen zolang als u de knop inge-
drukt houdt. Hierdoor kunt u de dosator kort handmatig aansturen.
Om de voergift te onderbreken:
- draai de draaiknop naar 0.
- druk kort op de drukknop; de dosator stopt.
Let op:
- Tijdens het doseren zal draaien aan de draaiknop geen invloed hebben op de
verstrekte hoeveelheid voer.
- Wanneer er tijdens het doseren een nieuwe startpuls wordt gegeven, begint de
doseercyclus opnieuw aan de hand van de ingestelde waarde van de draaiknop op
het moment van drukken.
Gevaar! Zorg ervoor dat de persoon die het SmartPanel bediend, zich altijd op een
veilige plek bevindt.
Wanneer het SmartPanel in bedrijf is mag er niet aan gemonteerd/geïnstalleerd
worden.
Zorg ervoor dat er geen spanning op de componenten aanwezig is bij het installeren of
plegen van onderhoud. Het is belangrijk dat de deksel van het SmartPanel altijd correct
gemonteerd is om onveilige situaties te voorkomen. Het is aan te raden het installeren en
eventueel het onderhoud door een specialist te laten uitvoeren. De gebruiker/eigenaar
van deze producten dient de adviezen en aanwijzingen in de handleiding op te volgen op-
dat een ieders veiligheid gegarandeerd kan worden. Indien hier niet aan wordt voldaan, is
dit de verantwoording van de gebruiker/eigenaar en kan de fabrikant op generlei wijze
aansprakelijk worden gesteld voor enig letsel of schade aan of door het product.
Hanskamp AgroTech B.V. (the Netherlands)
SmartPanel—Smart Panel—Commande Intelligent
11 - 24
www.hanskamp.nl
SmartPanel
1.
2.
10