6
De functies
6.4
Tapwater opwarmen
WAARSCHUWING!
Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
24
De kamercontroller biedt u de mogelijkheid om het tapwater
eveneens op een energiebewuste manier op te warmen. De
instelling hangt af van de installatie van de kamercontroller (zie
hoofdstuk "Wat wordt er door de kamercontroller RC20 geregeld?"
op pagina 11):
– Als de kamercontroller RC20 de enige bedieningseenheid van
het systeem is, begint de tapwaterbereiding automatisch
30 minuten voor het dagbedrijf van het
verwarmingsprogramma. In het nachtbedrijf wordt er geen
tapwater opgewarmd. De omlooppomp wordt in het dagbedrijf
tweemaal per uur gedurende drie minuten gestuurd, om ervoor
te zorgen dat de kranen permanent van warm tapwater
voorzien worden. De maximum instelbare
tapwatertemperatuur bedraagt 60 °C (= fabrieksinstelling).
– Als de kamercontroller RC20 geïnstalleerd is als
afstandsbediening voor een verwarmingskring, wordt de
tapwateropwarming en het bedrijf van de omlooppomp voor de
complete verwarmingsinstallatie met de bedieningseenheid
(bv. RC30) ingesteld. De ingestelde tapwatertemperatuur kan
gewijzigd worden aan de RC30 of aan de RC20, er geldt echter
een instelbereik van de RC30 (maximum 80 °C).
6.4.1
Tapwatertemperatuur instellen
GEVAAR VOOR VERBRANDING
De tapwatertemperatuur kan tot 80°C bedragen. Bij instellingen
van meer dan 60°C bestaat er gevaar voor verbranding aan de
kranen.
! Vraag aan uw vakman welke temperatuur ingesteld werd voor
het tapwater en controleer dit zelf.
Bedieningsvoorschrift Kamercontroller RC20 • Uitgave 11/2002
Buderus Verwarming – Chauffage • http://www.buderus.be