H a n d l e i d i n g e - M a t r i X 8 0 0
Functioneringstest
9
•
Eerste keer ingebruikname, zie hoofdstuk 8.3.
•
Controleer alle waterverbindingen op lekkage.
•
Controleer de werking van de ventilator, bovenin het toestel.
•
Controleer of de afstandsbediening functioneert op de gewenste afstand (max. 8m).
o Indien noodzakelijk verplaats de ontvanger naar een andere positie binnen
•
Plaats het vuurbed. Zie hoofdstuk 6.
•
Plaats het frontglas. Zie hoofdstuk 5.1 of 5.2.
•
Doe een laatste functionele test.
Onderhoud
10
10.1 Onderhoudsfrequentie
•
Reinigen waterreservoir, luchtfilter en vervangen van de transducers.
Professioneel gebruik: 1x per 3 maand.
Huishoudelijk gebruik: 1x per jaar.
•
Reinigen groffilter en vervangen fijnfilter.
Professioneel gebruik: 1x per jaar.
Huishoudelijk gebruik: 1x per 2 jaar.
!! De onderhoudsfrequentie is afhankelijk van de waterkwaliteit en/of gebruiksduur en kunnen
daardoor afwijken van bovengenoemde.
10.1.1
Reinigen waterreservoir
!! Schakel de hoofdschakelaar uit en haal de stekker uit het stopcontact. (Zie fig. 4.1).
!! Geen agressieve schoonmaakmiddelen gebruiken.
•
Verwijder het frontglas. Zie hoofdstuk 5.1 of 5.2.
•
Verwijder het vuurbed. Zie hoofdstuk 6.
•
Verwijder de vuldop door deze met de klok mee te draaien. Zie fig. 5.0-L en 7.0.
•
Haal de 2 stekkers van de rechterkant van het waterreservoir los. Zie fig. 7.1.
•
Druk de 2 klemmen aan de buitenkant van de dampverdeler naar binnen en verwijder
deze. Zie fig. 7.2 en 7.3.
•
Til het waterreservoir voorzichtig op zonder water te morsen. Zie fig. 7.4.
•
Verwijder de transducers en leeg het waterreservoir.
•
Gebruik een klein beetje afwasmiddel en een zachte borstel om het waterreservoir te
reinigen. Reinig hiermee ook de transducers, inclusief de schijfjes onder de conus.
De conus kan met de klok mee losgedraaid worden.
of buiten de ombouw. (Zie fig. 4.3).
De ontvanger is standaard tegen de achterwand in de Engine geplaatst en heeft een
kabellengte van 1,4m.
1 2