Inhoudsopgave
Advertenties
WAARSCHUWING
Het apparaat moet worden opgeslagen in een
ruimte die geen permanente vlam of andere
ontstekingsbron bevat (bijvoorbeeld: open
vuur, gasgestookte apparaten of elektrische
radiatoren in gebruik).
Niet doorboren of verbranden.
Waarschuwing: koelvloeistoffen kunnen
geurloos zijn.
Het apparaat moet worden geïnstalleerd,
gebruikt en opgeslagen in een ruimte groter
dan 4 m².
• Er kan water uit de afvoerleiding van de
drukbegrenzer lopen. Deze buis moet open
worden gehouden voor open lucht.
• Controleer of de ventilatieopeningen niet
geblokkeerd zijn.
• Een nieuwe overdrukklep (niet inbegrepen)
moet worden geïnstalleerd en ingesteld op
6 bar op de toevoer van koud water voor
huishoudelijk gebruik van het apparaat. We
raden het gebruik van een membraanventiel
aan.
• Deze klep moet voldoen aan alle geldende
nationale normen (NF EN 1487).
• De overdrukafvoerafvoer moet vorstvrij en
schuin neerwaarts worden ingebouwd.
- Onderhoud - Problemen oplossen -
• Drainage: Schakel de stroomtoevoer en het
koude water uit, open de warmwaterkleppen
en zet de veiligheidsgroep in de afvoerstand.
• De overdrukklep moet regelmatig worden
geactiveerd om kalkaanslag te voorkomen
en te controleren op verstoppingen.
• Als de elektrische voedingskabel beschadigd
is, moet deze worden vervangen door de
fabrikant, hun klantenservicetechnici of
door een gekwali ceerde professional om
letselgevaar te voorkomen.
• Zie de § «Afmetingen» pagina's en de
§ «Installatie» pagina's van deze handleiding
om de benodigde afmetingen te vinden voor
de juiste installatie van dit apparaat.
• Zie de pagina's «« Hydraulische aansluitingen
»van deze handleiding voor de minimale en
maximale waterdrukken en temperaturen.
4
-
WATERBRON WARMTEPOMP BOILER 200L & 270L
INSTALLATIE
2 AANBEVELINGEN
Het apparaat werkt alleen als het gevuld is
met water. Zet het apparaat nooit aan als
de tank niet goed is gevuld met water en
volledig is ontlucht.
2.1 - Opslag
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ OPSLAG:
• He t a p p a ra at m a g n i e t wo rd e n
opgeborgen in een afgesloten ruimte van
minder dan 4 m
2
zonder ventilatie.
• Als het apparaat wordt opgeslagen in een
ruimte met een oppervlakte van minder dan 4
m² (bijvoorbeeld in een opbergkast), moeten
er ventilatiepunten zijn aan de boven- en
onderkant van de ruimte.
• Toegestane opslag- en transporttemperaturen
van de warmtepompboiler zijn van -5 ° C
tot + 35 ° C.
2.2 - Vervoer
De bovenkappen van het apparaat zijn niet
bestand tegen kracht en mogen niet worden
gebruikt voor hanteringsdoeleinden.
Niet-toegestane
transportposities:
Alle andere transportposities zijn
VERBODEN.
Als u het apparaat in horizontale
positie transporteert, kan dit leiden
tot onherstelbare schade aan de
componenten van de warmtepomp.
Toegestane
transportposities:
Alle andere transportposities zijn
verboden
-
MANUAAL
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
