INSTELLING VAN DE TEMPERATUURZOEMER
1. Houd de OMLAAG-knop in de normale weergavemodus gedurende 2
seconden ingedrukt om de temperatuurzoemer in te stellen. De tempe-
ratuurindicator voor de draadloze sensor zal knipperen en het symbool
zal ervoor worden weergegeven.
OPMERKING!
Zorg ervoor dat u het juiste kanaal voor de gewenste sensor hebt ingesteld.
2. Druk op de OMLAAG- of OMHOOG-knop om de gewenste waarde voor
de maximumtemperatuur in te stellen.
3. Druk op de MODE-knop om te bevestigen en naar de volgende instelling
te gaan.
4. De instelvolgorde is: temperatuurzoemer AAN/UIT >> hoogste tempe-
ratuurgrens >> laagste temperatuurgrens. Als u de OMHOOG- of OM-
LAAG-knop ingedrukt houdt en voortdurend op de knop drukt, zal de
waarde sneller veranderen.
OPMERKING!
Het bereik voor de maximale bovengrens is 70° en de maximale grens voor
lagere temperaturen is -50°.
16
5. Druk nogmaals op de MODE-knop om de instelling te bevestigen en te
verlaten.
OPMERKING!
Zolang de buitentemperatuur de ingestelde grenzen heeft overschreden of
onderschreden, zal het alarm elke minuut gedurende 2 seconden afgaan.
Verder knippert het display voor de buitentemperatuur en de symbolen
of
knipperen.
VORSTWAARSCHUWING
Als de vorstwaarschuwing geactiveerd is, klinkt er gedurende ca. 5 secon-
den een alarm en het symbool
tussen -1,0 en +2,9 °C (+30,2 en 37,3 °F) ligt.
Activeer het temperatuuralarm en/of de vorstwaarschuwing
In de normale weergavemodus drukt u op de OMLAAG-knop om het tem-
peratuuralarm
, de vorstwaarschuwing
schakelen.
ZONSOPGANG EN ZONSONDERGANG
De tijd voor zonsopgang en zonsondergang voor de gewenste stad wordt naast
het symbool
(zonsopgang) en
knippert zolang de buitentemperatuur
of beide tegelijk in of uit te
(zonsondergang) weergegeven.