∙
Het waterpeil mag bij het rijden door water niet hoger zijn dan de onderrand van het lagerblok van de achterwielmotor om te
voorkomen dat de motor beschadigd raakt.
∙
Controleer regelmatig of de bedrading van de motor los zit, of het uiterlijk vervormd is en of de fasedraad van de motor
beschadigd is.
∙
Het motorwiel mag niet met geweld worden geraakt, de motor mag niet worden ingeschakeld in het geval van blokkerende
rotatie, overbelasting van de motor is strikt verboden;
∙
Het is ten strengste verboden om op een ongelijk wegdek te rijden, waardoor de wielnaaf en de motor ernstig beschadigd raken;
∙
Het voertuig is vóór de verkoop in de beste staat gemonteerd en afgesteld. Demonteer en monteer niet zomaar elektrische
apparaten en bijbehorende onderdelen tijdens het gebruik. Als u abnormaal geluid van transmissieonderdelen of andere
abnormale omstandigheden aantreft, neem dan contact op met de erkende dealers.
Controller
∙
De controller is in de beste staat afgesteld bij het verlaten van de fabriek. Als er sprake is van een elektrische storing of een
onbeheersbaar verschijnsel tijdens het rijden, mag niet-professionele onderhoudspersoneel alleen de kabels en connectoren
controleren. Als de storing niet kan worden verholpen, moeten zij contact opnemen met de erkende dealers.
Accu
∙
Controleer vóór gebruik of het accumodel de originele accu voor het voertuig is. Gebruik geen andere merken of andere
soorten accu's.
∙
Wanneer de afzonderlijke instructies voor de verpakking van de accu en de laderverpakking zijn meegeleverd, dient u deze
zorgvuldig te lezen en te begrijpen voordat u de scooter gebruikt;
∙
De eerste keer vóór gebruik moet de accu voldoende zijn opgeladen, wanneer er tijdens het rijden laag vermogen blijkt te zijn,
moet de accu op tijd worden opgeladen, zodat de levensduur van de accu wordt verlengd;
∙
Als de accu leeg is, wordt het systeem automatisch uitgeschakeld. Na het uitschakelen van de voeding zal de accu 'virtuele'
spanning (reactieve spanning) lijken te geven, en moet de accu worden opgeladen, anders zal de accu te snel ontladen,
waardoor de accu onherstelbaar beschadigd kan worden;
∙
Wanneer de accu leeg is, moet de zitting worden geopend en moet de accustekker worden aangesloten voor normaal
opladen. Het wordt aanbevolen om direct extern op te laden of de ingebouwde lader te gebruiken.
∙
Als het accuvermogen minder dan 20% bedraagt, moet u de accu eerder opladen, wat de levensduur van de batterij kan
verlengen; Als de accu niet op tijd na het rijden wordt opgeladen, zal dit de levensduur van de accu aanzienlijk beïnvloeden. In
ernstige gevallen kan de accu als afval moeten worden verwijderd;
17
∙
Als u de elektrische scooter lange tijd niet gebruikt, zorg er dan voor dat u de accu ten minste 1 keer per maand oplaadt, om de
levensduur van de accu te verbeteren en te voorkomen dat het verlies van stroom leidt tot een verlies van garantie. Het is
dealers ten strengste verboden de accuconfiguratie te wijzigen en andere onderdelen van het voertuig weer in te bouwen;
∙
Het wordt aanbevolen om regelmatig een professionele onderhoud te laten uitvoeren.
● Gooi de accu niet zomaar weg om vervuiling van het milieu te voorkomen. De accu moet worden gerecycled door het bedrijf
of de distributeur, of door aangewezen overheidsinstanties;
WARNING
● Het oplaadstation van de accu moet uit de buurt van kinderen worden opgeborgen.
Lader
∙
Bij het opladen moeten gebruikers de instructies opvolgen en de oorspronkelijke lader gebruiken, anders zijn ze
verantwoordelijk voor de gevolgen;
∙
Het type accu dat de lader kan opladen en de toepasselijke spanning zijn duidelijk gespecificeerd. Het is ten strengste
verboden niet-oplaadbare accu's of andere niet-overeenkomende accu's op te laden;
∙
Neem de lader niet mee met het voertuig, om schade aan de interne elektronische onderdelen van de lader als gevolg van
turbulentie te voorkomen;
∙
Het opladen moet in een geventileerde omgeving worden gedaan en mag niet in een gesloten ruimte of onder de hete zon en
bij hoge temperaturen plaatsvinden;
∙
Als de indicator tijdens het opladen abnormaal is, als je een vieze geur ruikt of de kap van de lader oververhit raakt, moet je
onmiddellijk stoppen met opladen en de lader controleren of vervangen;
∙
Zorg dat je droge handen hebt bij het aansluiten en loskoppelen van de netvoeding. Het geleidende materiaal mag niet in
contact komt met de oplaadopening van de accubak of het contact aan beide uiteinden van de oplaadopening van de
verbindingsdraad;
∙
Als er voldoende is geladen, sluit u eerst de netspanning af en trekt u vervolgens de accustekker eruit;
∙
Wanneer het groene lampje gaat branden, moet de stroom worden uitgeschakeld. Het is verboden om de lader lange tijd op
netspanning aan te sluiten zonder op te laden;
∙
De apparaten in de lader mogen niet door jezelf worden gedemonteerd of vervangen. Als er een storing is, neem dan contact
op met de erkende dealer.
● De lader moet voldoende ventilatie krijgen tijdens het opladen. Houd deze uit de buurt van explosief gas en pas op voor
brandgevaar;
WARNING
● Het opladen moet worden uitgevoerd in een droge en geventileerde omgeving. Vermijd vocht en brandbare en explosieve
voorwerpen. De omgevingstemperatuur moet 10-30°C zijn.
18