Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

8. PREVENTIEf ONDERHOUD

De lagerunits moeten frequent worden gecontroleerd op stille werking en normale temperaturen. Vreemde loopgeluiden
alsmede ongebruikelijke temperaturen duiden op storingen. De oorzaken moeten zo mogelijk onmiddellijk worden
verholpen. Storende geluiden kunnen bijv. worden veroorzaakt door het optreden van onbalans of een gebrekkige
smering.
Voor het bewaken van de conditie van het lager zitten er aan de zijkant van het huis een aantal tapgaten (M8,
M10) die voor het aansluiten van vibratieopnemers (bijv. SPM) kunnen worden gebruikt. Voor het meten van de
lagertemperatuur (bijv. met PT100) kunnen de aansluitgaten G1/4 of G1/2 in het bovenste deel van het huis worden
gebruikt.
(Zie ook het hoofdstuk BOUT EN SCHROEFVERBINDINGEN)
Een begin van schade aan het lager kan daarmee in een vroeg stadium worden ontdekt en kan een geschikt moment
worden bepaald voor het eventueel vervangen van het lager.
Het oliepeil moet periodiek worden gecontroleerd (minstens één keer per maand) en wel tijdens bedrijf aangezien
bij draaiende as het oliepeil lager ligt. Wordt tijdens bedrijf olie bijgevuld dan moet erop worden gelet dat het oliepeil
ca. 5 mm onder het maximale oliepeil blijft aangezien er anders teveel olie in het huis komt.
Na een bedrijfsduur van ca. twee tot drie dagen (ca. 50 - 70 bedrijfsuren) wordt aanbevolen alle olie af te
tappen en de smeringskwaliteit te testen. Het resultaat van de test is een uitgangspunt voor het bepalen van de
olieverversingstermijn. Bij verseluchtventilatoren is een extra olieverversing na ca. 2.000 bedrijfsuren doelmatig. Bij
heteluchtventilatoren na ca. 1.000 bedrijfsuren. De overige olieverversingen moeten worden vastgesteld op basis
van de resultaten van de olietest. Ruwweg kan gelden : ca. 5.000 uur bij verseluchtventilatoren en ca. 2.000 uur bij
heteluchtventilatoren. De opgaven van de machinefabrikant moeten in acht worden genomen.
Via de smeernippel moet periodiek (bedrijfsafhankelijk) met afdichtingsvet worden doorgesmeerd
(Let op: niet in
geval van toepassing van vilt
afdichtingen).
Bij het doorsmeren moet zoveel smeermiddel worden doorgeperst [1}, {2]tot er rondom de afdichtspleetspeling vers
vet naar buiten komt. Als afdichtingsvet zijn in normale gevallen (tot ca. 100°C Lagertemperatuur) Li-zeepvetten
geschikt met consistentieklasse 3 en een druppelpunt bij 180°C, zoals bijv. Alvania RL3 of Esso Beacon 3.
Het ontluchtingsfilter pos. 3 moet periodiek op luchtdoorlatendheid worden gecontroleerd en bij verstopping worden
vervangen.
12

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

1222s1303s1213s

Inhoudsopgave