4 Installatie en ingebruikstelling
In dit hoofdstuk vindt u aanwijzingen en tips voor een correcte plaatsing en aansluiting van de ketel en
de bijbehorende apparatuur.
Waarschuwing:
4.1 Installatie
4.1.1 Plaatsen van de ketel
Plaats de ketel in een vochtvrije ruimte.
Plaats de ketel op een stevige, horizontale ondergrond en zet deze vast met de mee geleverde
hoeklijnen en M5 boutjes.
Zorg voor voldoende ventilatie in de ruimte waar de ketel wordt geplaatst.
Als stelregel voor de diameter van de ventilatieopening kunt u uitgaan van 2,5 maal de diameter
van de rookgasuitlaat (minimaal 150mm).
Borg de voet van de ketel tegen verschuiven, met behulp van een hoeklijn met bouten of
hechtlassen.
Zorg er voor dat er tussen de uitlaat en de wand minimaal 10-20mm afstand is in verband met de
warmteoverdracht van de rookgasuitlaat.
Zorg voor voldoende ruimte bij de ketel voor service en onderhoud.
Zorg voor een geaarde wandcontactdoos (230V AC) om de ketel op aan te sluiten.
4.1.2 Aansluiting op het CV-systeem
LEIDINGEN
Bij montage van de leidingen dienen de volgende punten in acht te worden genomen:
Monteer de leidingen dusdanig dat de ketel en controlepaneel toegankelijk blijft;
Zorg voor voldoende ontluchtingsmogelijkheden op plaatsen waar zich lucht kan verzamelen.
Let op:
EXPANSIEVAT
Er dient altijd een expansievat gemonteerd te zijn bij een gesloten CV systeem (druksysteem).
Monteer het expansievat altijd in de retourleiding (zie figuur 2) zo dicht mogelijk bij de ketel.
De groote van het expansievat is ongeveer 10% van de totale waterinhoud van het gehele systeem.
Bijvoorbeeld; bij 120 liter inhoud, monteer een 12 liter expansievat.
Handleiding COMPACT 7 versie 2017
Plaats in de ruimte waar de ketel staat of komt te staan geen brandbare
en/of gasvormende stoffen in verband met brand- en explosiegevaar.
Zorg voor ontluchtingsmogelijkheden als de leidingingen niet hellend
omhoog lopen.
8