EENVOUDIG TE STARTEN EN STOPPEN
Eén of meerdere zones
1.
Druk op de toets On (Aan) om de unit
aan te zetten.
1
2.
Terwijl het display wordt
7
geïnitialiseerd, ziet u kort het
Thermo King-logo.
3.
Het scherm "Configuring System"
("Config. systeem bezig") wordt kort
4 & 6
weergegeven terwijl de communicatie
tot stand wordt gebracht en de unit in bedrijf wordt gesteld.
4.
Het standaarddisplay toont de temperaturen in de laadruimte en het instelpunt wordt
kort getoond.
5.
Het scherm "Diesel Engine Starting" ("Dieselmotor start") wordt getoond terwijl
de motor voorgloeit en start. Bij units van Model 50 wordt het scherm Draaien op
elektromotor getoond wanneer de unit is aangesloten op de elektromotor.
6.
Het standaarddisplay toont de temperatuur in de laadruimte en de instelpunten
worden nogmaals getoond wanneer de unit actief is.
7.
Druk op de toets Off (Uit) om de unit uit te schakelen. De unit wordt afgesloten.
Een zone in- en uitschakelen: Zone 1 staat altijd aan als de unit ingeschakeld is. Zones 2 en
3 (indien aanwezig) kunnen naar wens worden in- en uitgeschakeld.
(De status van elke zone blijft gehandhaafd wanneer de unit in- en uitgeschakeld wordt.)
Doorloop de volgende stappen om Zone 2 of Zone 3 in of uit te schakelen.
1. Ga terug naar het standaarddisplay. Druk
op een willekeurige toets om terug te
keren naar het standaarddisplay wanneer
de Temperature Watch wordt getoond.
2. Druk op de toets Zone onder de
4
gewenste zone.
3. Het instelpuntdisplay wordt getoond.
Als de zone is ingeschakeld, wordt bij
de derde toets de tekst Turn Zone Off (Zone uitschakelen) weergegeven. Als de zone
is uitgeschakeld, wordt bij de derde toets de tekst Turn Zone On (Zone inschakelen)
weergegeven.
4.
Druk op de toets Turn Zone Off (Zone uitschakelen) om de zone uit te schakelen.
5.
In het display verschijnt kort PROGRAMMING ZONE ON/OFF - PLEASE WAIT (BEZIG
ZONE AAN/UIT TE PROGRAMMEREN – EVEN GEDULD).
6.
Vervolgens wordt in het display gedurende een paar seconden de nieuwe instelling van
de Zone bevestigd.
7.
Het display keert daarna terug naar het standaarddisplay, waarin wordt aangegeven
dat de Zone is uitgeschakeld. Het instelpunt van de Zone is vervangen door OFF
(UIT), wat betekent dat de zone nu is uitgeschakeld.
EENVOUDIG IN TE STELLEN
CYCLE-SENTRY of Continubedrijf
1.
Ga terug naar het standaarddisplay.
2.
Druk op de keuzetoets MODE
SELECTION (MODUS).
3.
Het scherm "Programming Continuous
Mode" ("Bezig met programmeren
continue modus") of het scherm
"Programming CYCLE-SENTRY
2 & 6
Mode" ("Bezig met programmeren
CYCLE-SENTRY-modus") wordt kort
getoond.
4.
Het scherm "New System Mode
CYCLE-SENTRY" ("Nieuwe
3
systeemmodus CYCLE-SENTRY") of
"New System Mode is Continuous"
5
("Nieuwe systeemmodus is continu")
wordt kort getoond.
5.
Het standaarddisplay verschijnt en
de nieuwe modus wordt bovenin het
scherm getoond.
6.
Druk nogmaals op de toets Mode
(Modus) om de unit weer in te stellen
op de vorige modus.
Op de nieuwe SR-3-units wordt het
pictogram CYCLE-SENTRY weergegeven in
de modus CYCLE-SENTRY. Dit pictogram is
niet zichtbaar in de modus Continubedrijf.
EENVOUDIG IN TE STELLEN
Temperatuur instelpunt
1.
Begin in het standaarddisplay.
2.
Druk op de toets voor de gewenste
zone (bijvoorbeeld: zone 1).
3.
Het instelpunt wordt voor de
geselecteerde zone getoond.
2
4.
Druk op de toetsen + of – om de
waarde van het instelpunt te wijzigen.
5.
Druk vervolgens op de toets YES (JA)
of NO (NEE).
6.
Het scherm "Programming New
Setpoint" ("Bezig nieuw instelpunt te
programmeren") wordt getoond.
7.
Het scherm "New Setpoint Will Be XX"
("Het nieuwe instelpunt is XX") wordt
kort getoond.
8.
Het standaarddisplay wordt geopend
en het nieuwe instelpunt voor de zone
wordt weergegeven.
OPMERKING: U dient binnen 10 seconden na het selecteren van het nieuwe instelpunt
op de toets YES (JA) te drukken. Uw wijziging wordt anders geannuleerd.
EENVOUDIG TE CONTROLEREN
Meters
1.
Ga terug naar het standaarddisplay.
2.
Druk in het standaarddisplay op de
toets Menu.
3.
Druk op de toets Volgende totdat het
menu Gauges (Meters) verschijnt.
2
4.
Druk op de toets Select (Selecteren)
om het menu Gauges (Meters) te
openen.
5.
Druk op de toetsen Back (Terug)
ENGINE RPM
of Next (Volgende) om door
1457
RPM
de volgende meters te scrollen:
Koelvloeistoftemperatuur,
Koelvloeistofpeil, Stroomsterkte,
EXIT
LOCK
BACK
NEXT
Accuspanning, Motortoerental,
Brandstofpeilsensor, Ontladingsdruk,
7
6
5
3 & 5
Aanzuigdruk, I/O (Input/Output-
status) - Toont de actuele status van de input-/outputapparaten.
6.
Druk op de toets Lock (Vergrendelen) om een bepaald meterscherm gedurende een
periode van 15 minuten weer te geven.
Als u de vergrendeling ongedaan wilt maken, drukt u opnieuw op deze toets.
7.
Druk op de toets Exit (Afsluiten) om terug te keren naar het standaarddisplay.
EENVOUDIG TE ONTDOOIEN
Handmatig ontdooien inschakelen
1.
Ga terug naar het standaarddisplay.
2.
Druk op de toets DEFROST
(ONTDOOIEN).
3.
Het display toont kort [DEFROST]
([ONTDOOIEN]). Daarna wordt het
scherm Kies zone getoond. Druk op
de toets Zone onder de gewenste
2
zone.
4.
Het scherm "Defrost" ("Ontdooien")
verschijnt kort.
3
5.
Het scherm "Programming Defrost"
("Bezig met programmeren
ontdooien") verschijnt kort.
6.
Het scherm "Defrost Started"
("Ontdooien gestart") verschijnt kort.
7.
Het display geeft vervolgens het
display Ontdooien weer. De balk toont
bij benadering het percentage van de
resterende tijd tot de ontdooicyclus
is voltooid.
EENVOUDIG TE CONTROLEREN
Sensoren
1.
Ga terug naar het standaarddisplay.
2.
Druk in het standaarddisplay op de
toets Menu.
3.
Druk op de toets Next (Volgende)
totdat het menu Sensors verschijnt.
4.
Druk op de toets Selecteren om het
menu Sensors te openen.
2
5.
Druk op Back (Terug) of op
Next (Volgende) om door de
sensorschermen heen te lopen.
6.
Druk op de toets Lock (Vergrendelen)
om een bepaald sensorscherm voor
onbepaalde tijd weer te geven. Als
u de vergrendeling ongedaan wilt
maken, drukt u opnieuw op deze
7
6
5
3 & 5
toets.
7.
Druk op de toets Exit (Afsluiten)
om terug te keren naar het
standaarddisplay.
EENVOUDIG TE CONTROLEREN
Inspectie vóór reis
1.
Wis alle alarmcodes.
2.
Ga terug naar het standaarddisplay.
3.
Druk zodra het standaarddisplay
getoond wordt en vóór de unit start
op de Menu-toets om een volledige
inspectie voor de reis te starten. Wilt
u een inspectie voor de reis uitvoeren,
laat dan de unit opstarten voor u op de
3
Menu-toets op het standaarddisplay
drukt (schakel de unit uit om een
Inspectie vóór de reis op een willekeurig
moment te stoppen).
4.
Druk op de functietoets NEXT
(VOLGENDE) totdat het display Voor
de reis verschijnt.
5.
Druk op de toets SELECT
(SELECTEREN) om een Inspectie vóór
PRETRIP PASS
de reis te starten.
6.
Zodra alle testen voltooid zijn, worden
de resultaten weergegeven als PASS
(GESLAAGD), CHECK (CONTROLEREN)
of FAIL (MISLUKT). Als het resultaat
CHECK (CONTROLEREN) of FAIL
(MISLUKT) is, kan de monteur aan de
hand van de bijbehorende alarmcodes
de oorzaak van het probleem vinden.
OPMERKINGEN: Zie het hoofdstuk Bediening in de relevante bedieningshandleiding
voor de unit voor gedetailleerde informatie over iedere actie.