Inhoudsopgave
Advertenties
Procedure
Wiel vervangen bij aluminium velgen
2635204
1.
Remwiggen of andere geschikte voorwerpen onder de
tegenover gelegen wielen leggen om het voertuig te
beveiligen (Afb. 170).
2.
Reservewiel (optioneel) uit de reservewielhouder nemen.
3.
Bij een zachte ondergrond een stabiele onderlegger onder
de wagenkrik leggen, bijv. een houten plank.
4.
Wagenkrik plaatsen.
a
In de handel verkrijgbare wagenkrik:
In de handel verkrijgbare schaarkrik (Afb. 171) of
hydraulische wagenkrik aan het frame of de as zetten.
b
AL-KO wagenkrik (optioneel):
Het insteekprofiel (Afb. 172, pos 2) van de AL-KO wagenkrik
tot aan de aanslag in de opname-inkeping (Afb. 172, pos 1)
schuiven. AL-KO wagenkrik met één hand vasthouden en
met de andere hand aan de handslinger (Afb. 172, pos 4)
met de klok mee draaien tot de voetplaat (Afb. 172, pos 3)
contact maakt met de grond en vlak staat.
5.
Wielschroeven met wielsleutel enkele slagen losdraaien,
maar niet eruit draaien!
6.
Voertuig optillen tot het wiel zich 2 tot 3 cm boven de grond
bevindt.
7.
Wielschroeven eruit draaien en wiel verwijderen.
8.
Reservewiel (optioneel) op wielnaaf zetten en afstellen.
9.
Wielschroeven erin draaien en kruisgewijs licht aandraaien.
10. Wagenkrik naar beneden draaien en verwijderen.
11. Wielschroeven met wielsleutel gelijkmatig aandraaien.
De draagvlakken van de wielen op de remtrommels moeten
schoon en braamvrij zijn.
De wielen alleen met de bijgevoegde bevestigingsdelen in
eerste instantie licht aandraaien en controleren op een
foutloos draagvlak en foutloze vrije loop. Vervolgens de
wielschroeven met een draaimomentsleutel kruisgewijs
aandraaien.
Bij verschillende asuitvoeringen zijn geen centrering
(centreerhulp), geen band en geen bouten aanwezig. Er moet
op gelet worden dat de wielschroeven gelijkmatig over de
boutgaten worden gecentreerd (niet kantelen).
Gebruikershandleiding en Inspectieboekje
Onderhoud en inspectie
165
Advertenties
Inhoudsopgave
