374, 375, 376
Gebruiksaanwijzing
•
Gebruik de meter niet bij explosiegevaarlijke gassen, dampen en vochtige of natte
omgevingen.
•
Voorzie de meter uitsluitend van stroom met AA-batterijen die op de juiste wijze in de
meterbehuizing zijn geplaatst.
•
Bij het meten van stroom met de bek van de klem, dient u uw vingers achter de
vingerbescherming te houden. Zie "De meter" A.
•
Vervang de batterijen zodra de indicator voor batterij bijna leeg B verschijnt om
onjuiste aflezingen te voorkomen die tot elektrische schokken of letsel kunnen leiden.
•
Als u onderhoud aan de meter verricht, gebruik dan uitsluitend gespecificeerde
vervangingsonderdelen.
•
Onderhoud aan de meter moet uitsluitend worden verricht door gekwalificeerd
personeel.
•
Wees voorzichtig bij spanningen > 30 V ac rms, 42 V ac piek of 60 V dc. Een dergelijke
spanning kan leiden tot elektrische schokken.
•
Leg nooit meer dan de op de meter vermelde nominale spanning aan tussen de
aansluitingen of tussen een aansluiting en aarde.
•
Als u met de probes werkt, moet u uw vingers achter de vingerbescherming houden.
•
Sluit het aardsnoer aan voordat u de onder stroom staande testkabel aansluit. Als u de
testkabels losmaakt, moet u de onder stroom staande testkabel eerst losmaken.
•
Werk niet alleen om er zeker van te zijn dat u hulp kunt krijgen in geval van nood.
•
Wees uiterst voorzichtig als u in de omgeving van onafgeschermde geleiders of rails
werkt. Contact met de geleider kan elektrische schokken veroorzaken.
4