Inhoudsopgave
Advertenties
2.3.2 Installatie van de motoren
1. Kies de juiste afmetingen van de motoren en positie die moeten worden geïnstalleerd.
2. Controleer of het montageoppervlak van de te installeren beugels glad en recht zijn
3. Leg de kabelgoot voor de voedingskabel van de motoren.
4. Om de optimale ondersteuning van de achterplaat te krijgen, monteert u twee pootsteunen en een achterste metaal
plaat volgens Figu ur 18.
5. Maak de twee schroeven los en verwijder de achterklep van de motor zoals getoond in Figu ur 19.
6. Plaats de bladeren in de gesloten positie.
Figu ur 18
7. Zie de afstand van "B" in Figuur 17, plaats de achterplaat op de juiste plaats op het montageoppervlak. Kijk of de
afstand juist is, zoals weergegeven in Figuur 23, dat wil zeggen de positie van de voorplaat van de te installeren
motor.
8. Plaats twee paalbeugels op het te installeren oppervlak en markeer de boorpunten en boor vervolgens de diameter
van 8 mm gaten bij vier op het te monteren montageoppervlak en bevestig de beugels met schroeven en ringen.
9. Zorg ervoor dat de voorplaat volledig horizontaal is geïnstalleerd.
Figu ur 21
10. aadpleeg Afbeelding 23, de afstand tussen de voorplaat van de motor en de achterplaat is 735 mm (PW220) /
798 mm (PW230), het hoogteverschil is 18,3 mm (PW220) / 22,5 mm (PW230).
PW320
735mm
11. Klem en fixeer de voorplaat van de motor tijdelijk op de deur.
PW320
Figu ur 19
PW320
Figu ur 23
Figure 24
Figu ur 20
Figu ur 22
PW330
PW330
798mm
PW330
INSTRUCTIES PW320/PW330
9
Advertenties
Inhoudsopgave
