Relatieve luchtdruk (Rel. Pressure): Dient te worden ingesteld
op de plaatselijke luchtdruk naargelang de hoogte boven
zeeniveau. (Standaardwaarde 1013,0 hPa).
Weersverwachting (Tendency): Instellen van een
drempelwaarde (2 hPa t/m 4 hPa) voor het wisselen van de
weerplaatjes (standaardwaarde 3 hPa).
Stormwaarschuwing (Storm): Instellen van een drempelwaarde
voor weergave van stormwaarschuwing bij een afname van
luchtdruk van 3 hPa t/m 9 hPa tijdens 6 uur (standaardwaarde 5
hPa).
Activeren/Annuleren van stormalarm met ٭ON
٭
/
٭
OFF ٭resp.
(Standaard OFF).
Aanleer-stand (Relearn Tx): Maakt het mogelijk alle
weergegevens uit het buffergeheugen te wissen (EEPROM) en
de buitenzender opnieuw 'herkennen' b.v. na wisselen van
batterijen in de zender, zonder daarbij alle componenten van het
systeem opnieuw te moeten opstarten. Bevestig met
٭CONFIRM).٭
Fabrieksinstellingen (Factory Reset) (Alle ingestelde of
opgeslagen waarden terugstellen op de fabrieksinstellingen.
Bevestig met ٭CONFIRM).٭
79