2. HOE TE BEGINNEN
Om te beginnen met de Mobeye CM-Guard moeten tenminste de volgende stappen worden genomen
in onderstaande volgorde:
1. Plaats een SIM-kaart
2. Sluit een sensor aan op de ingang
3. Plaats de batterijen
4. Ga naar de programmeermodus
5. Programmeer tenminste één telefoonnummer (het beheerdernummer)
6. In- en uitschakelen van de module
Deze stappen zijn verder beschreven in dit hoofdstuk. Na deze stappen is de module klaar voor
gebruik.
2.1 PLAATS EEN SIM-KAART
Open de behuizing met de 4 schroeven en plaats een SIM-kaart in de module. Schuif hiertoe eerst het
zwarte klepje iets naar buiten. De PIN-code moet "0000" zijn, of de SIM-kaart moet vrij zijn van een
PIN-code.
(Een PIN-code kan worden gewijzigd of verwijderd door de SIM-kaart in een mobiele telefoon te plaatsen en de
PIN-code aan te passen in het menu 'beveiliging').
NB: Zorg ervoor dat de SIM-kaart altijd al eerste wordt geplaatst . Bij het wisselen van een SIM-kaart
dienen ook altijd de batterijen verwijderd te worden (en -indien relevant- de externe stroomvoorziening).
2.2 SLUIT EEN SENSOR AAN OP DE INGANG
Er kunnen twee externe sensoren aangesloten worden op de ingangen. Zodra een ingang geactiveerd
wordt, SMS't en belt de Mobeye CM-Guard naar de ingestelde telefoonnummers.
Steek de draden van een externe sensor eerst door de gaten van behuizing naar binnen en sluit deze
aan op de connectoren van ingang 1 (druk tegelijk het bijbehorende groene pinnetje in). Het maakt
hierbij niet uit welke draad op welke aansluitklem zit. De aansluitdraden van de sensor kunnen verlengd
worden met een vergelijkbare elektrische kabel tot 5 meter.
Bij gebruik van een tweede externe sensor, sluit deze aan
op ingang 2. De ingangen zijn standaard als Normally Open
(NO) ingesteld. Dit betekent dat de ingangen geactiveerd
worden indien deze minimaal 1 seconde gesloten zijn.
Indien een ingang Normally Closed (NC) dient te zijn,
raadpleeg 5.6. Indien de ingangen korter of langer
geactiveerd dienen te zijn alvorens een alarmmelding
uitgaat, raadpleeg 5.7.
2.3 PLAATS DE BATTERIJEN
Plaats de twee batterijen (CR123) in de module. Gebruik de +/- indicatie voor correcte plaatsing. De
groene LED zal knipperen om aan te geven dat de module niet is geconfigureerd (minstens één
telefoonnummer dient geprogrammeerd te zijn).
2