- Bij een actieve circulatie aan in aanmerking komende buizen temperatuur voelen
- Circulatiepomp gedurende circa 30 minuten uitschakelen, tijdens deze periode geen warm water
onttrekken
(de beide buizen van de warmwatercirculatie worden nu langzaam afgekoeld)
- Circulatiepomp opnieuw starten; verwarming vindt plaats in de volgorde voorloop - terugloop.
Keuze van het meetpunt in de voorloop:
Dichter bij de warmwaterketel verwarmt een kleinere hoeveelheid water om de circulatiepomp te activeren
maar ook grotere invloed van de temperatuurwijzigingen van de ketel zelf. Meer in het bijzonder aan
gebruikelijke koperen buizen dient er voldoende afstand te worden gehouden. Indien een mengapparaat
beschikbaar is, dient de voorloopvoeler tussen dit laatste en het buffergeheugen te worden aangebracht.
Ervaringen uit de praktijk leren dat afstanden van circa 20 ... 40 cm tot het buffergeheugen
aanbevelenswaardig zijn - bij koperen buizen eerder een beetje meer, bij kunststofbuizen eerder een beetje
minder.
Bij verschillende materialen geldt het volgende: metaalsoorten boven kunststoffen en dun- boven
dikwandige onderdelen voor het aanbrengen verkiezen. (Bijkomende praktische tips vindt u op het
Internet: www.dr-clauss.de/circon).
Het meetpunt in de terugloop is onkritisch, maar moet zich zover mogelijk van het buffergeheugen
gesitueerd zijn.
Opgelet:
Nadat de plaatsen, waar de voelers aangebracht worden, gewijzigd werden, moet CIRCON
opnieuw gestart worden. (Gedurende enkele seconden uit het stopcontact trekken)
Aanbrengen en verbinden van de temperatuurvoelers
Voelers door middel van textielkleefband (behorende tot de omvang van de levering) zodanig in de lengte
van de pijpleiding bevestigen, dat de siliconenmantel met diens naar binnen gewelfd contactsluitvlak over
de hele lengte gelijkmatig op het buisoppervlak geperst wordt, zonder dat het kleefband of andere vreemde
voorwerpen daartussen liggen en zonder dat het tot een verkromming van de uiteinden van de voelers
6