INSTALLATIE VAN HET DEURPANEEL
C
onfiguratie deurpaneel.
Het deurpaneel heeft een microswitch (SW1) en twee
jumpers (JP1 and JP2) geplaatst op de achterzijde van
het paneel.
JP1/JP2
Plaats beide jumpers in de COAX positie om
coaxial kabel video transmissie over RG-59
te selecteren. (pagina 39 en 40 . )
Plaats beide jumpers in de TP positie twisted
pair om video transmissie via CAT-5 te
selecteren (pagina 41 en 42).
SW1
Hiermee wordt de communicatieweerstand ingesteld. Voor
een goede systeemwerking, dient deze alléén in het
dichtsbij zijnde algemene paneel nabij de hoofdstreng
ingesteld te worden.
Hiermee kan de installateurs PINcode gereset worden (zie
pagina 10).Gebruik deze functie alleen in noodgevallen.
Met het systeem in de standby toestand, reset men de
code door de switch voor 3 seconden in de andere stand te
zetten en daarna weer terug te zetten.
Selecteerd het volume van de feedback signalen van het
deurpaneel. (oproepsignaal, ingesprekstoon en deur open).
Als het volume te hard is bij het instellen van het systeem,
kan dit aangepast worden door de switch in de andere stand
te zetten. Hiermee wordt het geluidsniveau gehalveerd.
Zet deze switch op 'ON' in het geval er tenminste één Uno
monitor of telefoon in de installatie aanwezig is. Activeer
deze switch in het dichtsbijzijnde algemene deurpaneel
nabij de hoofdstreng. Zet deze switch op 'OFF' indien er
gebruik wordt gemaakt van de digitale repeater RD-
Plus/Uno.
5
*Fabrieksinstelling