7.Aanpassen en eerste gebruik
7.1 Aandacht
● Open de klep van watersysteem, injecteer water in het systeem en ontlucht.
● Doe aanpassingen na elektrische veiligheidsinspectie.
● Nadat de stroom is ingeschakeld, start u het proefdraaien van de warmtepomp om te controleren
of deze goed kan functioneren.
● Om gevaarlijke ongevallen te voorkomen, is geforceerde bediening verboden.
7.2 Voorbereiding voor aanpassing
● Het systeem is correct geïnstalleerd.
● Buizen en lijnen worden op de juiste plaats gezet.
● Accessoires zijn geïnstalleerd.
● Zorg voor een vlotte afvoer.
● Zorg voor een perfecte isolatie.
● Correcte aansluiting van de aardaansluiting.
● De voedingsspanning kan voldoen aan de vereiste nominale spanning.
● Luchtinlaat- en uitlaatfunctie kunnen goed werken.
● Elektrische lekkagebeschermer kan goed werken.
7.3 Aanpassingsproces
● Controleer of de schakelaar van de controller goed werkt.
● Controleer of de functietoetsen van de controller goed werken.
● Controleer of het afvoersysteem goed werkt.
● Controleer of het systeem goed werkt na het opstarten.
● Controleer of de gewenste watertemperatuur goed is ingesteld.
● Controleer of er trillingen of abnormaal geluid zijn wanneer het systeem werkt.
● Controleer of de wind, het geluid en het condenswater dat door het systeem wordt geproduceerd,
invloed hebben op de omgeving.
● Controleer of er koelmiddellekkage is.
● Als er foutcodes optreden, controleer dan de instructies voor gedetailleerde informatie.
- -