Veiligheid Aanwijzingen betreffende de handleiding Legenda pictogrammen Kenmerken Leveringsomvang en accessoires Veiligheidsaanwijzingen Technische informatie Technische specificaties en informatie Apparaatcomponenten Gebruik Beoogd gebruik Basisprincipes voor de omgang met de motorbeugel Montage Werkhandeling voltooien en motorbeugel opbergen Onderhoud Regelmatige controle en onderhoud Storingen verhelpen Service Afvoer...
1.1 Aanwijzingen betreffende de handleiding Stand van de techniek in het land van gebruik gelden voor de gebruikslocatie moeten Deze motorbeugel voldoet aan de huidige stand van de techniek. ook de algemeen (erkende) regels voor veilig en vakkundig wer- Voor een veilige werking van het apparaat is een vakkundige en ken in acht worden genomen.
1.5 Veiligheidsaanwijzingen De motorbeugel is in principe alleen goedgekeurd De veiligheidsinstructies moeten voor de reparatie voor de toepassing die door de fabrikant is voorzien. worden gelezen en begrepen. Is dat niet het geval, kan dat resulteren in ernstig lichamelijk letsel. Zorg ervoor dat het apparaat uitsluitend wordt be- diend door geschoold en geïnstrueerd personeel.
2.1 Technische specificaties en informatie Motorbeugel Modelnummer 83 30 2 212 832 Gewicht 9,2 kg Max. opgenomen last 180 kg Omgevingstemperatuur -20 °C tot +60 °C Motor Coëfficiënt voor statische test 2.1.1 2.1.2 Motorbeugel Lengte: 417 mm Breedte: 225 mm...
2.2 Apparaatcomponenten 2.2.1 3.1 Beoogd gebruik De motorbeugel dient uitsluitend voor de bevestiging van een Voorafgaand aan het gebruik van de motorbeugel in bijzondere motor. omgevingen (hoge vochtigheid, zout, bijtend, basisch) moet de fabrikant worden geraadpleegd. Het draagvermogen dat op het apparaat staat aangegeven, is de maximale last die mag worden aangeslagen.
3.2 Basisprincipes voor de omgang met de motorbeugel Letselrisico Garantie De motorbeugel moet dusdanig worden gepositio- De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die neerd dat er geen beknellingsgevaar ontstaat. ontstaat door onvakkundige reparatie. Draagvermogen Een verkeerd gebruik van de motorbeugel, die tot Ga na of het max.
3.3 Montage 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.1 De motor met de motorkraan WW-DHZ-1000 omhoog bren- gen. 3.3.2 / 3.3.3 De motorbeugel (A) met de 5 schroeven van de vooraf gede- monteerde versnellingsbak met 45 Nm op de motor bevesti- gen.
Pagina 11
3.3.4 3.3.5 3.3.7 3.3.6 3.3.4 – 3.3.6 Motor voor de montagewagen (83 30 0 495 187 / 00 2 300) rijden en met 4 zeskantbouten ISO 4017 M14 x 30 8.8 met 100 Nm aan de opnameflens bevestigen. 3.3.7 De motorkraan kan worden verwijderd. De gemonteerde motor niet onnodig laten schommelen.
3.4 Werkhandeling voltooien en motorbeugel opbergen Controleer de motorbeugel altijd vóór en na de werkzaam- 3.4.1 heden op eventuele beschadigingen. De motorbeugel moet gereinigd worden voordat hij wordt opgeslagen. Sla het gereedschap altijd droog en veilig op. Voorkom dat het vuil wordt.
4.1 Regelmatige controle en onderhoud De controle mag alleen door gekwalificeerd per- Beschadigde of gecorrodeerde motorbeugels mogen soneel worden uitgevoerd. De motorbeugel moet niet worden gebruikt. minimaal eenmaal per jaar worden gecontroleerd. Bij veelvuldig gebruik van de motorbeugel moet de Reparaties mogen alleen door de fabrikant of door een controle in kortere tijdsafstanden worden uitgevoerd.
5.1 Afvoer Apparaten en machines, evenals onderdelen van apparaten en machines moeten volgens de wetten, voorschrif- ten en overige bepalingen van het land waarin ze zich bevinden, worden afgevoerd. Wij adviseren de afvoer door erkende vakbedrijven. De modules en componenten zijn op milieuvriendelijke en recyclebare wijze ontwikkeld. Conform de EU-richtlijn 2002/96/EG moeten deze onderdelen bij erkende inleverpunten worden ingeleverd.