waardoor de tank beschadigd zou kunnen raken. Zie
onderstaande tabel voor maximale ingraafdiepte. Het verdient
aanbeveling om het grind/zandbed met een trilplaat te bewerken.
Art nr
Maximale ingraafdiepte
23013
2000 mm
23020
1950 mm
23001
1735 mm
23031
1919 mm
23041
2110 mm
23060
1950 mm
NOTABENE: Wanneer de 23020 CPX-Water-Opslag-Tank
3000L
zonder
schacht
geïnstalleerd, moet de accessoire CPX Sluitring 45020 worden
gemonteerd zodat het deksel direct op de tank kan worden
vergrendeld.
Verankering
Als het risico bestaat dat het grondwater de tank bereikt, moet
deze worden verankerd zodat hij niet gaat drijven. Hiertoe
wordt verankeringsdoek of band aanbevolen in combinatie met
afdoende verankeringsplaten. Er kunnen grote krachten op de
tank worden uitgeoefend, zorg er daarom voor dat het doek of
de band over een groot oppervlak wordt belast. Als er banden
worden gebruikt, moeten deze verouderingsbestendig zijn. Zorg
ervoor dat er geen scherpe randen van de spanbandsluitingen
tegen de tank aan liggen.
Aansluiting
De tank heeft een inlaat met een Ø110 mm rubberen huls die
bij levering is voorbereid. Er zijn zowel aan de lange als korte
zijde meer aansluitingen mogelijk.
De aansluiting van het gebouw naar de afvalwatertank mag geen
scherpe bochten hebben. Gebruik bijvoorbeeld twee bochten
van 45° in plaats van één bocht van 90°. Toevoerleidingen
dienen op een vorstvrije diepte te liggen en minimaal 200 mm in
de
tank
te
worden
verbindingsbuizen op een vlak en stabiel oppervlak liggen
voordat u gaat opvullen.
Opvulling
De opvulling moet rondom de tank tot op ongeveer 200 mm
van de tank bestaan uit drainagegrind of -zand zonder scherpe
stenen die schade aan de tank zouden kunnen veroorzaken. Met
name aan de onderkant en bij de doorgangen dient het materiaal
in voldoende mate te worden aangebracht en aangedrukt, zodat
de tank goed wordt gestabiliseerd. Breng vervolgens de vulmassa
gelijkmatig rond de tank aan. Gebruik geen trilplaat bij het
opvullen.
Seriële koppeling van tanks
Bij seriële koppeling moet de buis tussen de tanks Ø160 mm zijn
en op de vlakke oppervlakken worden aangesloten. De buis
(ingraafdiepte
<0,4
m)
gestoken.
Zorg
ervoor
moet ongeveer 200 mm in de respectievelijke tank worden
aangebracht en kan zowel aan de korte als aan de lange zijden
worden aangesloten indien de aansluitingsvlakken zich op
dezelfde hoogte bevinden. De afstand tussen de tanks moet na
ingraven minstens 500 mm zijn.
Ventilatie
Om goed te kunnen functioneren, moeten de tank en
bijbehorende leidingen van goede ventilatie worden voorzien.
Hetzij via de afvoer met ontluchting op het dak van het gebouw,
hetzij via een aparte ontluchtingspijp direct op de tank. Deze buis
moet een diameter van minimaal 75 mm hebben . Bij gebruik
voor afvalwater kan dit tot geurvorming leiden. In dat geval kan
een ontluchtingsventiel met actieve kool worden geïnstalleerd.
Niveau-alarm
wordt
Als accessoire is een op batterijen werkend niveau-alarm
leverbaar dat aangeeft wanneer de tank vol is. Dit alarm wordt
inclusief montagekit en 10 m kabel tussen sensor en
bedieningspaneel geleverd. Art.nr. 606171 Niveau-alarm met
montagekit
De niveausensor (1) wordt met de meegeleverde schroef,
sluitring en moer op de rand van de tank gemonteerd zoals op
de afbeelding weergegeven. Eerst dient een montagegat van 8
mm te worden geboord onder een hoek van 90 graden ten
opzichte van de inkomende afvoerleiding. Het alarm wordt
geactiveerd wanneer er nog ongeveer 300 liter ruimte over is.
Desgewenst kan de slangklem vanuit de ingestelde positie op de
buis worden verschoven om het alarm eerder of later te
activeren.
Boor een gat van 16 mm voor de kabeldoorvoer. Voorkom
dat
de
scherpe randen! Maak met een priem of soortgelijk gereedschap
een gat in de kabeldoorvoer waar de kabel doorheen gaat.
Legen
Doorgaans vindt het legen via het deksel plaats, maar als er via
een andere, aparte afvoerleiding wordt geleegd, moet een
ontluchtingspijp van minimaal dezelfde afmeting worden
gemonteerd. Zonder ontluchtingspijp bestaat het risico dat de
tank bij het legen vacuüm wordt gezogen.
Onderhoud
In principe is de tank volledig onderhoudsvrij. Toch kan het
verstandig zijn om van tijd tot tijd de werking en de status ervan
te controleren. Een goed moment is na elke lediging/vulling.
Normaal gesproken is het voldoende om te controleren of
functies niet door voorwerpen worden geblokkeerd. Noteer de
datum waarop de tank werd geleegd, zodat u weet wanneer het
tijd is voor de volgende keer.
12/14