Stap 2
Het stuurprogramma en software installeren
4
Wanneer het LAN-menu beschikbaar wordt,
drukt u op Menu.
Druk op a of b om LAN te selecteren en druk
op OK.
Druk op a of b om Instell. WLAN te
selecteren en druk op OK.
Druk op a of b om Inst. Wizard te
selecteren en druk op OK.
Hierdoor start de draadloze setup wizard.
5
De machine zoekt naar beschikbare SSID's.
Als een lijst met SSID's wordt weergegeven,
gebruikt u de toetsen a of b om de SSID te
selecteren, die u hebt opgeschreven in stap 1,
vervolgens drukt u op OK. Ga naar stap 9.
Opmerking
Het duurt een aantal seconden voordat de lijst met
beschikbare SSID's wordt weergegeven.
Als uw toegangspunt is ingesteld om de SSID
niet te verzenden, moet u de SSID-naam
handmatig toevoegen. Ga naar stap 6.
6
Selecteer <Nieuwe SSID> met behulp van a
of b en druk op OK. Ga naar stap 7.
7
Voer de door u in stap 1 genoteerde SSID in en
gebruik de kiestoetsen om iedere letter of ieder
nummer te kiezen. U kunt de toetsen
gebruiken om de cursor naar links en
rechts te bewegen. Om bijvoorbeeld de letter a
in te voeren, drukt u één keer op de toets 2 op
het bedieningspaneel. Om het nummer 3 in te
voeren, drukt u zeven keer op de toets 3 op het
bedieningspaneel.
De letters verschijnen in deze volgorde: kleine
letters, hoofdletters, cijfers en vervolgens
speciale letters.
(Voor meer informatie, zie Tekst
invoeren op pagina 50.)
Druk op OK wanneer u alle tekens hebt
ingevoerd.
8
Druk op a of b om Infrastructure te
selecteren, druk vervolgens op OK.
9
Gebruik de toetsen a, b en OK om één van
onderstaande opties te kiezen: Als uw netwerk
is geconfigureerd voor Authenticatie of
Encryptie, dient u de voor uw netwerk
gebruikte instellingen daaraan aan te passen.
Geen Authenticatie of Encryptie: Kies
Open Systeem, druk op OK en kies
vervolgens Geen voor Type Codering en
druk op OK. Druk vervolgens op 1 voor Ja om
uw instellingen toe te passen. Ga naar stap 12.
30
Geen Authenticatie met WEP-encryptie:
Kies Open Systeem, druk op OK en gebruik
vervolgens de a of b om WEP te selecteren
voor de Type Codering en druk op OK. Ga
naar stap 10.
Authenticatie met WEP-encryptie: Kies
Gedeelde Sleutel, druk op OK. Ga naar
stap 10.
Authenticatie met WPA/WPA2-PSK (TKIP of
AES)-encryptie: Kies WPA/WPA2-PSK, druk
op OK. Ga naar stap 11.
10
Kies de desbetreffende cijfertoets en druk op
OK. Voer de door u in stap 1 genoteerde WEP-
sleutel in en gebruik de kiestoetsen om iedere
letter of ieder nummer te kiezen. U kunt de
toetsen
naar links en rechts te bewegen. Om
bijvoorbeeld de letter a in te voeren, drukt u
één keer op de toets 2 op het
bedieningspaneel. Om het nummer 3 in te
voeren, drukt u zeven keer op de toets 3 op het
bedieningspaneel.
De letters verschijnen in deze volgorde: kleine
letters, hoofdletters, cijfers en vervolgens
speciale letters.
(Voor meer informatie, zie Tekst
invoeren op pagina 50.)
en
Druk op OK wanneer u alle tekens hebt
ingevoerd, en druk vervolgens op 1 voor Ja om
uw instellingen toe te passen. Ga naar stap 12.
De meeste toegangspunten en routers
kunnen meer dan één sleutel opslaan, maar
zij zullen er altijd slechts één gebruiken
voor authenticatie en encryptie.
11
Druk op a of b om TKIP of AES te selecteren
voor Type Codering en druk op OK.
Voer de door u in stap 1 genoteerde
WPA/WPA2-PSK in en gebruik de kiestoetsen
om iedere letter of ieder nummer te kiezen. U
kunt de toetsen
cursor naar links en rechts te bewegen. Om
bijvoorbeeld de letter a in te voeren, drukt u
één keer op de toets 2 op het
bedieningspaneel. Om het nummer 3 in te
voeren, drukt u zeven keer op de toets 3 op het
bedieningspaneel.
De letters verschijnen in deze volgorde: kleine
letters, hoofdletters, cijfers en vervolgens
speciale letters.
(Voor meer informatie, zie Tekst
invoeren op pagina 50.)
Druk op OK wanneer u alle tekens hebt
ingevoerd, en druk vervolgens op 1 voor Ja om
uw instellingen toe te passen. Ga naar stap 12.
Windows
en
gebruiken om de cursor
en
gebruiken om de
®