TEL FO
E
ONTOESTEL
GEAVANCEERDE INSTELLINGEN TELEFOONFUNCTIES
Vervolg van vorige pagina.
5. Controleer de geprogrammeerde functie : neem de hoorn van de monitor / telefoon (toestel C1) en druk
op de geprogrammeerde toets. Uit de monitor / telefoon (toestel C2) is een oproeptoon hoorbaar, neem de hoorn op en
controleer de communicatie.
6. Als ook de intercomoproep visa versa is gewenst dient de monitor / telefoon (toestel C2) ook geprogrammeerd
te worden voor oproep naar monitor / telefoon (toestel C1) van dezelfde woning.
Let op:
- Als de toets
is geprogrammeerd voor deze functie, schakelt de activering van de "intercomoproep" de functie
"oproep naar portiersmodule" uit.
- Als de toetsen
Wissen van de programmering intercomfunctie op de monitoren / telefoons:
1. Houd de toets
langer dan 5 seconden ingedrukt: 3 korte tonen en het langzaam geel knipperen van de status-LED
geven aan dat het toestel in de programmeerstand staat. In alle gevallen, als de 10 minuten verstreken zijn, verlaat het
toestel de programmeermodus en slaat de gewijzigde parameters op.
2. Druk gelijktijdig op de toetsen
en de programmeermodus wordt verlaten.
T-5924 GTWIN
(
en
zijn geprogrammeerd voor deze functie, blijven de andere functies behouden.
en
gedurende meer dan 3 seconden, 2 lange tonen zijn hoorbaar ter bevestiging
)
14