Handleiding CF-MC Regelaar
5.5 Bedrading
Ingang
Algemene stand-by
Verwarming/
Koeling
Externe
antenne
5.6 Voeding
• Wanneer alle motoren, pomp- en ketelsturingen en andere ingangen geïnstal-
leerd zijn, kunt u de voedingspanning van de regelaar aansluiten. (fig. 8).
Opmerking: als de stekker van de voedingskabel wordt verwijderd, zorgt er dan voor dat de
nieuwe aansluiting gebeurt in overeenstemming met de geldende normen.
5.7 Externe antenne (CF-EA)
Opmerking: De externe antenne wordt geïnstalleerd als doorzendantenne wanneer GEEN trans-
missie mogelijk is door zware bouwconstructies of metalen barrières, bijv. als de regelaar zich in
een metalen kast bevindt.
• Verwijder het plastic afdekplaatje van de antenneaansluiting op de regelaar.
(Fig. 9)
• Sluit de externe antenne aan (Fig. 20).
• Plaats de antenne aan de andere zijde van de transmissiebarrière, weg van
de regelaar.
5.8 Meer (2-3) regelaars (master met max. 2 slaves)
Opmerkingen: de pomp moet aangesloten worden op regelaar 1(master).
In één systeem kunnen maximaal 3 regelaars worden aangesloten.
Tijdens de aanmeldprocedure dient de afstand tussen de componenten max. ,5 m
te zijn!
Activeer de aanmeld-installatiemode op regelaar 1 (master, fig. 21)
• Gebruik de menu keuze toets
De led Install
knippert.
• Activeer de installatie mode door op de OK toets
De led Install
gaat branden.
Start de aanmelding-installatie op regelaar 2 of 3 (slave, fig. 22)
• Activeer de installatie (aanmelding) naar regelaar (master) door op de OK toets
te drukken.
• De led Install
knippert tijdens de communicatie en dooft wanneer de installatie
afgerond is.
• Monteer regelaar 2 en/of 3 op zijn eigen plaats, indien nodig. Bij het opnieuw
aansluiten op de 230V voeding zal de verbindingstest automatisch worden gestart.
• Als regelaar 2 en/of 3 een eigen pomp heeft, dan moeten de relais voor pomp en
ketel in overeenstemming hiermee worden geconfigureerd (zie 6.4).
Opmerking: de latere verwijdering van slave-regelaar 2 of 3 uit hoofd-regelaar 1 kan alleen
door hoofdregelaar 1 te resetten (zie 7.2).
5.9 Andere systeemcomponenten
Opmerking: De procedure voor de installatie (aanmelding) van andere systeemcomponenten op
de regelaar (kamerthermostaten, afstandsbediening en signaalversterker; zie 2) wordt beschreven
in de bijgevoegde handleiding voor deze systeemcomponenten. Raadpleeg deze handleidingen
voor de specifieke installatieprocedures.
VI.UH.K6.1C
56
Relais
1
2
L N L N
om de install mode te selecteren.
Geproduceerd door Danfoss Floor Heating Hydronics 03.2007
Motoruitgangen
3
4
5
6
7
te drukken.
8
9
10