Luidsprekerniveaus
Kalibratie-instellingen voor het niveau van het
testgeluidssignaal door de luidsprekers gemeten op de
luisterpositie.
OPMERKING
Luidsprekers die niet in uw configuratie aanwezig
zijn, worden grijs weergegeven.
Als Dirac Live voor Lexicon wordt gebruikt,
zullen ook deze instellingen grijs zijn, omdat ze
automatisch worden ingesteld door Dirac
Deze instellingen worden toegepast op alle audio-
ingangen, worden in het geheugen opgeslagen en
worden opgeroepen als het toestel wordt aangezet.
Selecteert de bijbehorende luidspreker met de
navigatietoetsen ' en , op uw afstandsbediening.
Druk op O om de testgeluid te activeren/deactiveren
en stel het geluidsniveau van elke luidspreker af met de
navigatietoetsen < en > .
Linksvoor –
Centraal –
Rechtsvoor –
Surr. Rechts –
Surr. Rechtsachter –
Surr. Linksachter –
Surr. Links –
Linksboven Voor/Midden/Achter –
Rechtsboven Voor/Midden/Achter –
Subwoofer –
Zoals beschreven in "essentiële set-up" op pagina N-26,
stel het niveau van de testgeluid van elke luidspreker zo
af dat een SPL-meter op de luisterpositie 75dB meet.
Video-ingangen
Instellingen voor de optionele toekenning van een
beeldbron aan de audio-ingangen die normaal
gesproken alleen voor geluid zijn bestemd.
De instellingen worden in het geheugen opgeslagen en
worden bij elke inschakeling van het toestel opgeroepen.
Video-ingang CD –
Video-ingang Aux –
Video-ingang FM –
Video-ingang USB –
Video-ingang NET –
Video-ingang DAB –
Elke audio-ingang is standaard ingesteld op 'geen'.
U kunt echter de 'Sat'-video associëren met FM of
digitale radio audio zodat u, bijvoorbeeld, tijdens een
sportwedstrijd de beelden afkomstig van de satelliet
combineert met het radioverslag.
HDMI-instellingen
De instellingen in dit menu regelen de uitgangsresolutie
van de beeldprocessor in de AVR. Deze instellingen
worden toegepast op alle video-ingangen, worden in
het geheugen opgeslagen en worden opgeroepen bij het
inschakelen van het toestel.
HDMI1 OSD –Bepaalt of de OSD pop-up berichten
in de primaire zone aan of uit is gezet. De instelling
wordt in het geheugen opgeslagen en wordt bij elke
inschakeling van het toestel opgeroepen.
Aan, de aanpassingen die de gebruiker gedurende
<
het normale gebruik van de AVR verricht,
worden op het scherm en het display op het
voorpaneel weergegeven. Dit zijn instellingen
zoals volumeregeling, subwoofer niveau, lip
synchronisatie, tooncontrole, enz. Ze worden in het
geheugen opgeslagen en bij de inschakeling van het
toestel opgeroepen.
Uit, de genoemde aanpassingen door de gebruiker
<
worden niet op het scherm, maar uitsluitend op
het display op het voorpaneel weergegeven. Het
beeld van uw weergave-instrument wordt dus niet
gebruikt voor de weergave van pop-up berichten.
De set-up-menu's worden echter wel altijd op het
scherm weergegeven, ongeacht de instelling.
HDMI-uitgang 1080p – Deze instelling regelt de
uitgangresolutie van de HDMI-uitgang wanneer een
1080p ingangssignaal wordt ontvangen – omzeiling of
upscale naar 4k2k.
Lip Synchronisatie – (Uitsluitend informatie)
Toont de lip synchronisatie die automatisch wordt
toegepast op de HDMI-uitgang om de vertragingen
in de beeldverwerking van de aangesloten weergave-
installatie te compenseren. Niet alle weergave-
installaties ondersteunen deze functie.
Modus
Toont de decoderings- en downmix-opties waarvoor
u kunt kiezen terwijl u langs de opties van de
MODE
toets loopt. De mogelijke instellingen zijn Ja of Nee.
De lijst is naargelang het type geluidsbron in twee
delen opgesplitst. Zie "decoderings-modi" op pagina
N-32 voor meer informatie over de verwerkings- en
decoderingsmodus.
Deze instellingen worden toegepast op alle audio-
ingangen, worden in het geheugen opgeslagen en
worden opgeroepen als het toestel wordt aangezet.
Voor stereo bronnen:
Dolby Surround –
DTS Neural:X –
DTS Virtual:X –
Logic7 Immersion –
5/7-kanaals Stereo –
Het eerste deel 'stereo bronnen' bevat een lijst van de
verwerkingsmodi die u op de stereo signalen kunt laten
toepassen (analogisch stereo, digitaal PCM stereo,
Dolby 2.0, DTS 2.0, enz.). Als een stereo signaal wordt
toegepast, loopt u met elke druk op de toets
MODE
de verwerkingsmodi die u hebt geactiveerd in het deel
'stereo bronnen'. De niet-verwerkte stereo optie is altijd
beschikbaar voor stereo signalen en wordt daarom niet
in de lijst weergegeven.
Voor meerkanaals bronnen:
Stereo downmix –
Dolby Surround –
DTS Neural:X –
DTS Virtual:X –
Logic7 Immersion –
Het tweede deel 'meerkanaals bronnen' toont een
lijst van verwerkingsmodi die u kunt toepassen op
meerkanaals digitale signalen (Dolby of DTS digitale
stroom met meer kanalen dan stereo 2.0). Als een
meerkanaals signaal wordt toegepast, loopt u met elke
druk op de toets
langs de verwerkingsmodi die u
MODE
hebt geactiveerd in het deel 'meerkanaals bronnen'.
Zone instellingen
Toont de volumeregeling en bedieningsinstellingen
voor zone 2. Deze instellingen worden toegepast op alle
audio-ingangen, worden in het geheugen opgeslagen en
worden opgeroepen als het toestel wordt aangezet.
Z2 ingang – Selecteert de analogische geluidsbron
en de composite beeldbron die naar zone 2 moeten
worden geleid. De standaard instelling is 'volg Z1' en
dus de actuele bron die in zone 1 is gekozen.
Zone 2 Status – Selecteert of zone 2 op stand-by staat
of ingeschakeld is.
N-31
Volume zone 2 – Het actuele volume in zone 2.
Maximum volume zone 2 – Beperkt het ingestelde
maximum volume dat het systeem in zone 2 kan
bereiken. Dit is een nuttige functie die de accidentele
overschrijding van (bijvoorbeeld) laag vermogen
luidsprekers vermijdt.
Vast volume zone 2 – De volumeregeling in zone 2
kan op de actuele waarde worden geblokkeerd voor
het gebruik van een externe versterker met een eigen
volumeregeling in zone 2.
Maximum volume aan zone 2 – Beperkt het maximum
volume van het systeem in zone 2 als deze wordt
ingeschakeld of de stand-by verlaat. Het systeem wordt
ingeschakeld op dit volume als het laatst gebruikte (erg
harde) volume deze waarde overschrijdt.
Netwerk
De AVR is voorzien van een netwerk audio client die
langs
internet radiostations en muziek die is opgeslagen op
een netwerk opslagmedium, zoals een pc of een USB
flash drive, kan afspelen.
Gebruik DHCP – Als uw netwerk DHCP benut
Nee: Voor de handmatige toekenning van een vast
<
IP-adres.
Ja: Voor het gebruiken van de parameters van de
<
DHCP-server.
IP-adres – Voer het IP-adres in dat u in uw netwerk aan
de AVR hebt toegekend als u geen DHCP gebruikt.
Subnetmask – Voer het subnetmask in dat u in uw
netwerk aan de AVR hebt toegekend als u geen DHCP
gebruikt.
Gateway – Voer de gateway in dat u in uw netwerk aan
de AVR hebt toegekend als u geen DHCP gebruikt.
Primaire DNS – Voer het primaire DNS IP-adres in van
uw internet provider als u geen DHCP gebruikt.
Alternatieve DNS – Voer het secundaire DNS IP-adres
in van uw internet provider als u geen DHCP gebruikt.
MAC-adres – (Uitsluitend informatie) Het unieke adres
van de netwerkkaart in uw AVR.
Vriendelijke naam – U kunt hier mee het netwerk
"vriendelijke naam" van uw AVR een andere naam
geven.